Wat is positie van het opzegverbod tijdens een reorganisatie?
Ontslag van een zwangere werkneemster bij een reorganisatie is slechts onder bepaalde omstandigheden mogelijk. Ontslag van een werkneemster tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof is niet mogelijk.
- Tijdens zwangerschap - Het opzegverbod tijdens zwangerschap geldt niet als sprake is van volledige bedrijfsbeëindiging (artikel 7:670a lid 2 onderdeel d BW) en ingeval van het beëindigen van de activiteiten van een onderdeel van het bedrijf (artikel 7:670a lid 3 onderdeel a BW). In de laatste situatie geldt als aanvullende voorwaarde dat de werkneemster ten minste 26 weken op de vervallen arbeidsplaats werkzaam moet zijn geweest wil opheffing van het opzegverbod tijdens zwangerschap aan de orde zijn (artikel 7:670a lid 3 aanhef BW). Dit om misbruik en functiewijzigingen vlak voorafgaand aan een reorganisatie te voorkomen;
- Tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof - Tijdens de periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof, als bedoeld in artikel 3:1 van de Wet arbeid en zorg (WAZO), is het opzegverbod absoluut. De arbeidsovereenkomst van de werkneemster kan tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof (ook) niet worden opgezegd bij bedrijfsbeëindiging of het beëindigen van de activiteiten van een onderdeel van het bedrijf. Ontslag van een werkneemster tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof is niet mogelijk;
- Verval opzegverbod binnen vier weken na de beslissing - Ook bij het opzegverbod tijdens zwangerschap(s- en bevallingsverlof) geldt dat een opzegverbod niet van toepassing is, indien het opzegverbod vervalt binnen vier weken na de dag waarop het UWV op het ontslagverzoek beslist. Bij zwangerschap/bevalling kan de werkgever bijvoorbeeld een verklaring van een arts of verloskundige dan wel een geboortekaartje overleggen waaruit de datum kan worden afgeleid waarop het opzegverbod naar verwachting niet meer geldt.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 336 vragen en antwoorden over Ontslagzaken.