Geldt het afspiegelingsbeginsel ook altijd onverkort bij bedrijfseconomisch ontslag?

Als er sprake is van ontslag om bedrijfseconomische redenen waarbij het afspiegelingsbeginsel wordt toegepast, dan komen AOW-gerechtigden het eerst in aanmerking voor ontslag (van kracht per 1 april 2014). Eerder was het mogelijk dat bij toepassing van het afspiegelingsbeginsel bij een ontslag om bedrijfseconomische redenen een doorwerkende AOW-er niet voor ontslag in aanmerking zou kunnen komen, omdat deze meer dienstjaren heeft dan een 55-jarige werknemer in dezelfde leeftijdsgroep (55 jaar en ouder) binnen dezelfde categorie uitwisselbare functies.
Vanaf 1 juli 2015 mag de werkgever 10% van de werknemers die op basis van het afspiegelingsbeginsel worden ontslagen, toch behouden. Aan deze uitzondering zijn wel enkele voorwaarden verbonden. De werkgever moet dan aannemelijk maken dat de werknemer bovengemiddeld functioneert of over meer dan gemiddelde potentie beschikt voor de toekomst.
De afwijking van 10% geldt niet voor de leeftijdscategorieën 15 tot 25 jaar en 55 jaar en ouder. In deze categorieën mogen er niet meer werknemers worden ontslagen dan bij volledige toepassing van het afspiegelingsbeginsel. De jongeren hebben namelijk nog geen kans gehad om te laten zien wat zij kunnen en de ouderen hebben een zwakke arbeidsmarktpositie.
Leidt de toepassing van het afspiegelingsbeginsel ertoe dat de werkgever niet meer kan voldoen aan de afspraken over het in dienst nemen van (een percentage) arbeidsgehandicapten, dan mag de werkgever deze werknemers buiten het bereik van het afspiegelingsbeginsel houden. Werknemers die via een payroll-organisatie werken, moet overigens dezelfde ontslagbescherming worden geboden als vaste werknemers.