Wanneer heeft iemand recht op een WW-uitkering?

Iemand heeft recht op een WW-uitkering als hij:

• verzekerd is voor de WW, en
• jonger is dan de pensioengerechtigde leeftijd
• werkloos is. Als werkloos wordt niet alleen beschouwd diegene die zonder arbeid is maar ook diegene die ten minste 5 of ten minste de helft van zijn arbeidsuren per week heeft verloren, en
• er geen recht bestaat op doorbetaling van het loon over de verloren uren, en
• hij beschikbaar is arbeid te aanvaarden, en
• ten minste 26 weken als werknemer arbeid heeft verricht in 36 weken onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van werkloosheid, en
• niet verwijtbaar werkloos is.

Onder bovenstaande voorwaarden heeft iemand recht op een kortdurende WW-uitkering gedurende drie maanden. Heeft de werknemer in de vijf jaren voor het jaar waarin zijn eerste werkloosheidsdag is gelegen in ten minste vier jaren over minimaal 52 dagen per jaar loon ontvangen of recht gehad op een uitkering wegens volledige arbeidsongeschiktheid (minimaal 80% arbeidsongeschikt), dan wordt de duur van de uitkering verlengd met een maand voor ieder jaar in het totale arbeidsverleden dat de drie jaren overstijgt tot een maximum van 38 maanden.