Aan welke formaliteiten moet het ontslag van een (statutair) bestuurder van een vennootschap voldoen?

Een (statutair) bestuurder van een vennootschap heeft vaak een dubbele rechtspositie. Hij is dan, naast zijn vennootschapsrechtelijke betrekking als bestuurder, ook werknemer van de vennootschap. Bij het ontslag van een bestuurder dient de vennootschap daarom zowel de vennootschapsrechtelijke als arbeidsrechtelijke formaliteiten in acht te nemen.
Aan de benoeming én het ontslag van een bestuurder van een bv ligt een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders ('av' of 'ava') ten grondslag. De vereisten om tot een rechtsgeldig vennootschapsrechtelijk besluit te komen zijn neergelegd in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De wet stelt o.a. als eis dat:

• Oproeping van de ava moet plaatsvinden via een oproepingsbrief die geadresseerd is aan de aandeelhouders;
• Het ontslag van de bestuurder als onderwerp opgenomen dient te worden in de oproepingsbrief en;
• De oproeping van de av niet later mag plaatsvinden dan op de achtste dag voor die van de vergadering.

Gaat het om een bestuurder die tevens werknemer is, dan dient de vennootschap de arbeidsovereenkomst ook te beëindigen conform de in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen relevante bepalingen. De wet stelt o.a. als eis dat de:

• Opzegging van de arbeidsovereenkomst plaatsvindt tegen het einde van de maand, tenzij bij schriftelijke overeenkomst een andere dag daarvoor is aangewezen en;
• Vennootschap de bij wet gestelde opzegtermijn in acht neemt. De opzegtermijn is afhankelijk van de duur van de overeenkomst.