Kunnen nevenwerkzaamheden worden verboden?
Veel arbeidsovereenkomsten bevatten een bepaling waarin staat dat de medewerker niet zonder toestemming van de werkgever betaalde of onbetaalde werkzaamheden mag verrichten.
Een verbod op nevenwerkzaamheden heeft betrekking op de periode tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst. (Een concurrentiebeding heeft betrekking op de periode na afloop van de arbeidsovereenkomst). Bij nevenwerkzaamheden kan worden gedacht aan wisseldiensten bij de vrijwillige brandweer, inzet van kennis of informatie die bij de werkgever is verkregen voor derden (mogelijk tegen betaling). Ook als er geen risico van concurrentie of overbelasting speelt, kan een werkgever er belang bij hebben om bepaalde werkzaamheden te kunnen verbieden. Bijvoorbeeld als die het imago van de werkgever kunnen aantasten of anderszins nadelig kunnen zijn voor de werkgever.
Een expliciet verbod vastgelegd in een beding in de arbeidsovereenkomst - en eventueel voorzien van een boetebeding - is niet altijd noodzakelijk. Van een 'goed werknemer' mag namelijk in het algemeen worden verwacht dat hij, behalve bij uitdrukkelijke toestemming daartoe van zijn werkgever, geen werkzaamheden verricht voor een concurrent van zijn werkgever of anderszins de belangen van de werkgever schaadt. De rechter toetst het gedrag van de werknemer aan dit principe.
Een verbod op nevenwerkzaamheden heeft betrekking op de periode tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst. (Een concurrentiebeding heeft betrekking op de periode na afloop van de arbeidsovereenkomst). Bij nevenwerkzaamheden kan worden gedacht aan wisseldiensten bij de vrijwillige brandweer, inzet van kennis of informatie die bij de werkgever is verkregen voor derden (mogelijk tegen betaling). Ook als er geen risico van concurrentie of overbelasting speelt, kan een werkgever er belang bij hebben om bepaalde werkzaamheden te kunnen verbieden. Bijvoorbeeld als die het imago van de werkgever kunnen aantasten of anderszins nadelig kunnen zijn voor de werkgever.
Een expliciet verbod vastgelegd in een beding in de arbeidsovereenkomst - en eventueel voorzien van een boetebeding - is niet altijd noodzakelijk. Van een 'goed werknemer' mag namelijk in het algemeen worden verwacht dat hij, behalve bij uitdrukkelijke toestemming daartoe van zijn werkgever, geen werkzaamheden verricht voor een concurrent van zijn werkgever of anderszins de belangen van de werkgever schaadt. De rechter toetst het gedrag van de werknemer aan dit principe.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 299 vragen en antwoorden over Arbeidsovereenkomsten.