Hoe wordt de vergoeding aanzegtermijn berekend?
Voor de vergoeding in verband met de aanzegtermijn wordt onder loon verstaan: het bruto uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per maand. Is er sprake van een wisselend arbeidspatroon, bijvoorbeeld bij oproep- of min/max-contracten, dan wordt het loon berekend over het gemiddelde in de 12 maanden voorafgaand aan het einde van het contract. Duurde dat korter dan 12 maanden, dan slechts over de duur van het contract. Dezelfde berekeningsperiode geldt als er sprake is van stukloon of provisie.
Bij de vergoeding voor de aanzegtermijn worden in het bruto uurloon géén andere looncomponenten meegenomen. Dus geen overwerk- of ploegentoeslag, geen vakantiegeld of eindejaarsuitkering, geen winstdeling et cetera: alleen het 'kale' uurloon of stukloon, eventueel te verhogen met ontvangen provisie.
Is er sprake van een te late aanzegging, en is dus de vergoeding naar rato verschuldigd, dan is de berekeningsmethodiek als volgt: is de werkgever 2 dagen te laat, en telt de maand 31 dagen, dan is de vergoeding 2/31ste van een maandloon. Telt de maand 28 dagen, dan is de vergoeding 2/28ste van een maandloon. Bepalend is de laatste maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst.
Periodes van (gedeeltelijke) afwezigheid bijvoorbeeld in verband met ouderschapsverlof of ziekte bij een vaste overeengekomen arbeidsduur zijn niet van invloed. De overeengekomen arbeidsduur wijzigt immers niet.
Bij de vergoeding voor de aanzegtermijn worden in het bruto uurloon géén andere looncomponenten meegenomen. Dus geen overwerk- of ploegentoeslag, geen vakantiegeld of eindejaarsuitkering, geen winstdeling et cetera: alleen het 'kale' uurloon of stukloon, eventueel te verhogen met ontvangen provisie.
Is er sprake van een te late aanzegging, en is dus de vergoeding naar rato verschuldigd, dan is de berekeningsmethodiek als volgt: is de werkgever 2 dagen te laat, en telt de maand 31 dagen, dan is de vergoeding 2/31ste van een maandloon. Telt de maand 28 dagen, dan is de vergoeding 2/28ste van een maandloon. Bepalend is de laatste maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst.
Periodes van (gedeeltelijke) afwezigheid bijvoorbeeld in verband met ouderschapsverlof of ziekte bij een vaste overeengekomen arbeidsduur zijn niet van invloed. De overeengekomen arbeidsduur wijzigt immers niet.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 299 vragen en antwoorden over Arbeidsovereenkomsten.