Hoe meet ik de kwaliteit van een informatiesysteem

De kwaliteit van informatiesystemen worden gemeten op prestatie-indicatoren aan de hand van prestatienormen.
Prestatieindicatoren voor een informatiesysteem kunnen zijn:

• responsietijd: de tijd die ligt tussen het ontstaan van de informatiebehoefte en het tijdstip dat aan die behoefte wordt voldaan. Bij een PC wordt deze gemeten in seconden, bij briefpost in dagen;
• geldigheidsduur: hoe vaak komt het voor dat de informatie niet beschikbaar is zolang deze bruikbaar / actueel is;
• frequentie: met welke frequentie moet de informatie worden opgeleverd. De meetwaarden van een chemisch proces moet een paar maal per seconde worden getoond. Het andere uiterste is uitzonderingsrapportage: alleen bij afwijkingen;
• capaciteit: dient toereikend te zijn om informatie in de gewenste detaillering op te slaan en te verwerken;
• aanpasbaarheid: is het systeem uit te breiden of aan te passen [ja/nee];
• consistentie: worden vergelijkbare gegevens overeenkomstig gecodeerd, gerubriceerd, etc.;
• beveiliging: met FMEA is het effect van calamiteiten te bepalen;
• kosten:een optimaal informatiesysteem levert informatie van aanvaardbare kwaliteit tegen aanvaardbare kosten. Een kosten-baten analyse moet de prijs van een systeem vergelijken met de verwachte opbrengst in de vorm van een besparing of een verbetering van de omzet.