De meeste logistieke bedrijven in Nederland beschikken over voldoende netcapaciteit om hun wagenpark (deels) te elektrificeren. Vooral kleinere wagenparken kunnen vaak binnen hun bestaande aansluiting al elektrische voertuigen opladen.
Middelgrote en grote wagenparken – een relatief kleine groep – zullen waarschijnlijk vaker tegen beperkingen aanlopen. Dat blijkt uit recent onderzoek waarin voor het eerst gegevens uit het Centraal Aansluitingen Register (CAR) zijn gekoppeld aan data uit de Vehicle Emission Shipment Data Interface (VESDI).
Unieke koppeling CAR en VESDI
De combinatie van CAR- en VESDI-data biedt voor het eerst inzicht in de relatie tussen logistieke wagenparken en de stroomaansluitingen op hun locaties. Het onderzoek werd uitgevoerd door het CBS, met ondersteuning van de Topsector Logistiek, de NAL-werkgroep Logistiek en adviesbureau Districon.
In totaal zijn bijna 35.000 locaties geanalyseerd waar minimaal vijf bestelauto’s of één of meer bakwagens of trekkers geregistreerd staan. Deze locaties vertegenwoordigen 81% van alle vrachtwagens en 32% van de bestelwagens in Nederland.
Slim laden maakt groot verschil
Voor 2030 wordt verwacht dat 25% van de bestelwagens en 10% van de vrachtwagens elektrisch is. In dit geval heeft 32% van de aansluitingen onvoldoende capaciteit bij ‘gewoon laden’ en 19% bij ‘slim laden’. Door gebruik te maken van ‘slim laden’ – waarbij laadtijd en -intensiteit worden afgestemd op de netcapaciteit – daalt dit percentage naar 19%. In het scenario dat 55% van de bestelwagens en 40% van de vrachtwagens elektrificeert, en slim laadt, heeft ongeveer de helft van de aansluitingen een tekort in 2030. Er is dus nog het nodige werk aan de winkel. Het rapport heeft overigens niet gekeken naar de kosten van laden en de investeringen die nodig zijn in laadinfrastructuur.
Kloof tussen kleine en grote wagenparken
De onderzoeksresultaten laten duidelijke verschillen zien tussen kleine en (middel)grote wagenparken:
-
Kleine wagenparken (maximaal 25 bestelauto’s of 5 bakwagens/trekkers): op 90% van deze locaties is voldoende capaciteit aanwezig voor gedeeltelijke elektrificatie. Op 41% van de locaties is zelfs volledige elektrificatie mogelijk.
-
(Middel)grote wagenparken (meer dan 25 bestelauto’s of meer dan 5 zwaardere voertuigen): deze groep beslaat 10 tot 15% van alle locaties, maar zal naar verwachting de grootste uitdagingen ondervinden. Zo’n 5.000 aansluitingen kunnen tegen beperkingen aanlopen. Voor de grotere wagenparken hebben de meeste netaansluitingen te weinig capaciteit, op zowel kortere als langere termijn.
Opvallend is dat driekwart van de logistieke bedrijven een kleinverbruikersaansluiting heeft. Dit hoeft echter geen belemmering te zijn voor elektrificatie. Veel kleine wagenparken blijken binnen hun bestaande aansluiting voldoende laadcapaciteit te hebben.
Toekomst: tijdsblokgebonden contracten
Vooral (middel)grote wagenparken zullen richting 2030 extra netcapaciteit nodig hebben. Verzwaring van de aansluiting ligt dan voor de hand. Tegelijkertijd bieden zogenaamde tijdsblokgebonden contracten mogelijk uitkomst. Hiermee kunnen bedrijven op vooraf afgesproken momenten – bijvoorbeeld ’s nachts – meer stroom afnemen. De gezamenlijke netbeheerders zijn momenteel bezig met de ontwikkeling van dit soort contracten.
Inzichten voor beleid en praktijk
Het rapport CAR VESDI biedt inzichten in de kansen en knelpunten rond elektrificatie in de logistieke sector. Het laat zien waar slimme oplossingen, zoals batterijbuffers of flexibele laadstrategieën, het verschil kunnen (of moeten) maken. Deze eerste onderzoeksfase is een belangrijke stap richting een beter begrip van netcongestie en de rol van logistiek daarin.
Bron: NKL
Lees ook: Handboeken depotladen voor ondernemers die elektrisch gaan rijden
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE, word een pro! >>