Mag er tijdens het werk op alcohol en of drugs getest worden en wie mag dat doen?
Het testen op alcoholgebruik op de werkplek is omstreden, onder andere omdat het zorgt voor een verslechtering van de onderlinge verhoudingen en de sfeer op het werk en het een aantasting van de privacy van werknemers is. Verder is er nog steeds niet bewezen dat binnen bedrijven waar regelmatig wordt getest op alcohol het niveau van de veiligheid en productiviteit stijgt.
Als er al wordt getest, moet de betreffende test enkel zijn bedoeld om aan te tonen dat de betreffende werknemer op het moment van testen onder invloed verkeerde, en zo ja, in welke mate. De noodzaak tot testen kan het best worden gekoppeld aan hoe groot het risico is dat het bedrijf loopt, ingeval van een alcohol gerelateerd ongeval.
Het is in dit kader dan ook belangrijk de mogelijkheid in te bouwen dat de werknemer mag weigeren deel te nemen aan een dergelijk programma, om schending van de persoonlijke vrijheid om te kiezen te voorkomen. De uitvoering van de test gebeurt door de medische afdeling of de betrokken deskundigen (bijvoorbeeld de bedrijfsarts). De NVAB (Nederlandse Vereniging van Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde) geeft in haar standpunt inzake de rol van de bedrijfsarts in het kader van alcohol- en drugsbeleid binnen ondernemingen aan dat controles waarbij de bedrijfsarts een rol speelt uitsluitend op arbeidsgezondheidskundige indicatie dienen plaats te vinden. Indien tussen de werkgever en werknemersvertegenwoordiging afspraken zijn gemaakt over steekproefsgewijze controles bij risicofuncties hoeft dit niet strijdig te zijn met het uitgangspunt van arbeidsgezondheidskundige indicatie. De geregistreerde bedrijfsarts stelt vanuit zijn professionele deskundigheid de indicatie en kan zich in voorkomende gevallen beroepen op het verschoningsrecht, indien naar zijn oordeel geen arbeidsgezondheidskundige indicatie gesteld kan worden.
Als er al wordt getest, moet de betreffende test enkel zijn bedoeld om aan te tonen dat de betreffende werknemer op het moment van testen onder invloed verkeerde, en zo ja, in welke mate. De noodzaak tot testen kan het best worden gekoppeld aan hoe groot het risico is dat het bedrijf loopt, ingeval van een alcohol gerelateerd ongeval.
Het is in dit kader dan ook belangrijk de mogelijkheid in te bouwen dat de werknemer mag weigeren deel te nemen aan een dergelijk programma, om schending van de persoonlijke vrijheid om te kiezen te voorkomen. De uitvoering van de test gebeurt door de medische afdeling of de betrokken deskundigen (bijvoorbeeld de bedrijfsarts). De NVAB (Nederlandse Vereniging van Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde) geeft in haar standpunt inzake de rol van de bedrijfsarts in het kader van alcohol- en drugsbeleid binnen ondernemingen aan dat controles waarbij de bedrijfsarts een rol speelt uitsluitend op arbeidsgezondheidskundige indicatie dienen plaats te vinden. Indien tussen de werkgever en werknemersvertegenwoordiging afspraken zijn gemaakt over steekproefsgewijze controles bij risicofuncties hoeft dit niet strijdig te zijn met het uitgangspunt van arbeidsgezondheidskundige indicatie. De geregistreerde bedrijfsarts stelt vanuit zijn professionele deskundigheid de indicatie en kan zich in voorkomende gevallen beroepen op het verschoningsrecht, indien naar zijn oordeel geen arbeidsgezondheidskundige indicatie gesteld kan worden.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 309 vragen en antwoorden over Gezondheidsmanagement.