Mag een werkgever een hoofddoek of andere zichtbare politieke of religieuze uiting verbieden?

Een bedrijf mag een werkne(e)m(st)er verbieden bijvoorbeeld een hoofddoek, kruisje, keppeltje te dragen, maar aan een dergelijk verbod zijn wel voorwaarden verbonden. Het verbod op het dragen van een hoofddoek is geen discriminatie, stelt het Europees Hof, als het gebaseerd is op een bedrijfsreglement waarin de onderneming het zichtbaar dragen van enig politiek, filosofisch of religieus teken verbiedt. De wens van een werkgever om tegenover zijn klanten neutraliteit te willen uitstralen is legitiem, aldus het hof, met name wanneer dat geldt voor de werknemers die contact met klanten hebben. Dit past in de vrijheid van ondernemerschap die ook wordt erkend door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Een bedrijf moet een verbod goed kunnen onderbouwen: het Hof laat geen weinig of geen ruimte voor een verbod dat specifiek gericht is tegen het dragen van een specifieke uiting, zoals een keppeltje. Bedrijven kunnen om reden van neutraliteit eisen stellen aan de werknemers, maar die moeten dan betrekking hebben op alle zichtbare politieke, filosofische en religieuze uitingen en dit beleid moet coherent en systematisch worden uitgevoerd.