Wanneer is er sprake van opvolgend werkgeverschap (ketenregeling)?
Daarvan is op basis van het huidige recht sprake wanneer een werknemer uit dienst gaat bij de ene werkgever en bij een andere, nieuwe werkgever nagenoeg dezelfde werkzaamheden gaat verrichten. Die andere, nieuwe werkgever kan dan bestempeld worden als 'opvolgend werkgever'. Of die nieuwe werkgever inzicht heeft in de hoedanigheid en geschiktheid van de werknemer, is op basis van het huidige recht niet van belang. Voor de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid (Wwz) speelde het antwoord op de vraag of de nieuwe werkgever inzicht had in de hoedanigheid en geschiktheid van de werknemer wél een doorslaggevende rol bij de beoordeling van opvolgend werkgeverschap. Voor de Wwz was er dus sprake van een striktere toets, waardoor minder snel sprake was van opvolgend werkgeverschap.
De ketenregeling is van dwingend recht en daarvan kan slechts beperkt worden afgeweken. Voor een doorstarter en voor de werknemer die betrokken is in een doorstart is het dus van belang om bij opvolgende contracten in de gaten te houden of wellicht een beroep kan worden gedaan op de ketenregeling. De doorstarter kan hiermee voorkomen dat hij op korte termijn wordt geconfronteerd met langdurige arbeidsrechtelijke verplichtingen. Anderzijds kan de werknemer een betere positie afdwingen indien de doorstarter dit over het hoofd heeft gezien.
De ketenregeling is van dwingend recht en daarvan kan slechts beperkt worden afgeweken. Voor een doorstarter en voor de werknemer die betrokken is in een doorstart is het dus van belang om bij opvolgende contracten in de gaten te houden of wellicht een beroep kan worden gedaan op de ketenregeling. De doorstarter kan hiermee voorkomen dat hij op korte termijn wordt geconfronteerd met langdurige arbeidsrechtelijke verplichtingen. Anderzijds kan de werknemer een betere positie afdwingen indien de doorstarter dit over het hoofd heeft gezien.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 247 vragen en antwoorden over Sociaal plan.