Van welke datum moet de werkgever uitgaan bij het hanteren van het afspiegelingsbeginsel?
De personeelsbezetting van een onderneming kan van dag tot dag mutaties vertonen. Dat kan gevolgen hebben voor het afspiegelingsbeginsel. Enerzijds kan door een andere peildatum de afronding van de anciënniteit op een heel jaar tot gevolg hebben, dat de werkgever een keuze mogelijkheid heeft bij de afvloeiingsvolgorde van twee medewerkers. Anderzijds kan een medewerker recentelijk in een andere categorie onderling uitwisselbare functies zijn geplaatst, waardoor de afvloeiingsvolgorde in een of twee functiegroepen verandert. Voortdurende aanpassingen kunnen onrust onder medewerkers tot gevolg hebben. UWV gaat daarom uit van een zogenaamde objectiveerbare peildatum. Dat is het moment waarop de werkgever het verzoek om toestemming voor de beëindiging van de contracten bij het UWV indient, tenzij een eerdere objectiveerbare datum is aan te wijzen die in redelijkheid kan worden gehanteerd. Het aantal medewerkers binnen de categorie uitwisselbare functies dat op dat moment bij de onderneming in dienst is, vormt het uitgangspunt voor de bepaling van de ontslagvolgorde.
De peildatum kan niet liggen vóór het moment waarop de werknemers over het verval van arbeidsplaatsen zijn geïnformeerd. Een eerdere peildatum zou kunnen zijn een datum kort nadat de overleggen met de ondernemingsraad en de vakorganisaties hebben plaatsgevonden over de reorganisatie. In die overleggen staat de was-wordt lijst met personele gevolgen gegeven een bepaalde peildatum centraal.
De peildatum kan niet liggen vóór het moment waarop de werknemers over het verval van arbeidsplaatsen zijn geïnformeerd. Een eerdere peildatum zou kunnen zijn een datum kort nadat de overleggen met de ondernemingsraad en de vakorganisaties hebben plaatsgevonden over de reorganisatie. In die overleggen staat de was-wordt lijst met personele gevolgen gegeven een bepaalde peildatum centraal.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 247 vragen en antwoorden over Sociaal plan.