Welk BTW-tarief moet worden toegepast bij een samengestelde dienst?
Het Europees Hof van Justitie (EHvJ) heeft aangegeven dat een samengestelde dienst die bestaat uit twee te onderscheiden onderdelen waarvoor verschillende BTW-tarieven gelden, belast wordt tegen het tarief van het hoofdelement. Dit geldt ook als de prijs per element bepaald kan worden.
Als een BTW-ondernemer een dienst verricht die uit meerdere elementen bestaat en die elementen vormen op zichzelf een prestatie of dienst waarop verschillende BTW-tarieven van toepassing zijn, ontstaat er vaak een discussie met de Belastingdienst over welk tarief/welke tarieven er nu eigenlijk van toepassing is/zijn. Aan de EHvJ werd de volgende casus voorgelegd: De Amsterdam ArenA verzorgt voor één prijs rondleidingen in het stadion van de plaatselijke voetbalvereniging met daarbij een bezoek aan het museum. Het stadion vond dat voor de rondleiding in het stadion het lage tarief voor de BTW kon worden toegepast. Het EHvJ stelde dat als het gaat om één enkele dienst die bestaat uit twee te onderscheiden onderdelen (rondleiding en bezoek), deze moet worden belast tegen het tarief van het hoofdelement, ook al was de omvang van de vergoeding voor elk onderdeel afzonderlijk te bepalen. In dit geval was het algemene tarief voor de hele dienst van toepassing. (EHvJ, 18 januari 2018, ECLI:EU:C:2018:22, C-463/16/ Hoge Raad, 4 mei 2018, ECLI (verkort): 671)
Als een BTW-ondernemer een dienst verricht die uit meerdere elementen bestaat en die elementen vormen op zichzelf een prestatie of dienst waarop verschillende BTW-tarieven van toepassing zijn, ontstaat er vaak een discussie met de Belastingdienst over welk tarief/welke tarieven er nu eigenlijk van toepassing is/zijn. Aan de EHvJ werd de volgende casus voorgelegd: De Amsterdam ArenA verzorgt voor één prijs rondleidingen in het stadion van de plaatselijke voetbalvereniging met daarbij een bezoek aan het museum. Het stadion vond dat voor de rondleiding in het stadion het lage tarief voor de BTW kon worden toegepast. Het EHvJ stelde dat als het gaat om één enkele dienst die bestaat uit twee te onderscheiden onderdelen (rondleiding en bezoek), deze moet worden belast tegen het tarief van het hoofdelement, ook al was de omvang van de vergoeding voor elk onderdeel afzonderlijk te bepalen. In dit geval was het algemene tarief voor de hele dienst van toepassing. (EHvJ, 18 januari 2018, ECLI:EU:C:2018:22, C-463/16/ Hoge Raad, 4 mei 2018, ECLI (verkort): 671)
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 372 vragen en antwoorden over BTW.