De intracommunautaire verwerving; hoe verloopt de BTW-heffing bij aankoop door een ‘normale’ Nederlandse ondernemer?
Een Nederlandse ondernemer die (deels) BTW-belaste prestaties verricht, beschikt over een BTW-identificatienummer (‘NL’ + 12 posities). Als de ondernemer nu goederen inkoopt van een leverancier in een ander EU-land, en de goederen worden in Nederland afgeleverd, dan verricht de ondernemer een intracommunautaire verwerving in Nederland. De Nederlandse afnemer is over deze intracommunautaire verwerving Nederlandse BTW verschuldigd. De verschuldigde BTW wordt berekend alsof sprake is van een binnenlandse levering. De Nederlandse afnemer moet de verschuldigde BTW vermelden in zijn normale BTW-aangifte. In dezelfde aangifte kan de te betalen BTW als voorbelasting in aftrek worden gebracht (dus “plus” en “min”), zodat per saldo geen BTW hoeft te worden betaald. Uiteraard geldt het voorgaande slechts als de aangekochte goederen volledig voor BTW-belaste doeleinden worden gebruikt. Zou bij een binnenlandse aankoop de aftrek gedeeltelijk zijn uitgesloten, dan geldt hetzelfde voor de BTW die aangegeven moet worden bij een intracommunautaire verwerving. In dat geval moet de Nederlandse afnemer dus (via zijn aangifte) BTW betalen.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 372 vragen en antwoorden over BTW.