Hoe verloopt de beroepsprocedure?
Tegen de uitspraak van de inspecteur op een bezwaarschrift kan eerst in beroep worden gegaan bij de rechtbank en later eventueel bij (de Belastingkamer van) het Gerechtshof. Een beroepschrift moet zijn ingediend binnen zes weken na dagtekening van de uitspraak. Het beroepschrift moet zijn gemotiveerd en moet bovendien zijn voorzien van een duidelijke conclusie. Bij het beroepschrift moet een kopie van de bestreden uitspraak worden gevoegd.
Heeft de rechtbank /het Gerechtshof een beroepschrift ontvangen, dan wordt de inspecteur gevraagd hier een schriftelijke reactie op te geven: het vertoogschrift. Eventueel volgen hierna nog een conclusie in dupliek (door de ondernemer) en een conclusie in dupliek (door de inspecteur). Hierna wordt een zittingsdatum vastgesteld (tenzij partijen aangeven dat een mondelinge behandeling achterwege kan blijven).
De zitting zelf verloopt tamelijk vormvrij. Vertegenwoordiging door een advocaat is bovendien niet verplicht.
Tegen de uitspraak van het Gerechtshof is beroep in cassatie mogelijk bij de Hoge Raad. Hier moet wel een advocaat verschijnen op een eventuele mondelinge behandeling.
Bij het instellen van beroep bij een rechtbank, een Gerechtshof of bij de Hoge Raad is griffierecht verschuldigd.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 372 vragen en antwoorden over BTW.