Subsidies: wanneer is een afnemer van de prestaties aan te wijzen?
Is eenmaal vastgesteld dat de ondernemer prestaties verricht en hiervoor een subsidie ontvangt, dan moet worden bekeken of deze prestaties wel door iemand worden afgenomen. Het is de vraag of sprake is van afnemer(s) die de prestaties gebruiken of verbruiken. Is hiervan sprake, dan is BTW verschuldigd. De eis van ge/verbruik hangt samen met het principe van de BTW. De BTW – een verbruiksbelasting – beoogt slechts daadwerkelijke gebruik, daadwerkelijke consumptie, te belasten. Worden prestaties verricht, maar worden deze door niemand ‘geconsumeerd’ dan is de subsidie BTW vrij. Een voorbeeld van een dergelijke prestatie is de melkveehouder die een subsidie krijgt om zijn bedrijf te beëindigen. Hij verricht weliswaar een prestatie (het beëindigen van zijn bedrijf) maar voor deze prestatie is geen afnemer aan te wijzen. Dat een dergelijke prestatie verricht wordt in het ‘algemeen belang’ is niet voldoende. Het gaat erom dat een concrete afnemer of groep van afnemers is aan te wijzen. Vraag is of iemand – afgezien van de ondernemer zelf – profiteert van de verrichte prestaties. Is geen afnemer aan te wijzen, dan is geen ruimte voor BTW-heffing.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 372 vragen en antwoorden over BTW.