Wat zijn de BTW-gevolgen van een A-B-C transactie tussen verschillende EU-landen?
Ook bij A-B-C transacties moet het systeem zoals dat geldt voor intracommunautaire leveringen/verwervingen onverkort worden toegepast. Worden de betreffende goederen afgeleverd bij een afnemer in een andere Lidstaat, dan is van belang te bepalen in welke ‘schakel’ dit transport wordt georganiseerd. In die schakel is sprake van een intracommunautaire transactie. In de resterende schakels is dan sprake van lokale leveringen. Een voorbeeld:
Ondernemer A in Nederland verkoopt aan ondernemer B in Engeland die op zijn beurt aan ondernemer C in Engeland verkoopt. Er is nu sprake van twee opvolgende leveringen. Van belang is nu te bepalen welke partij het vervoer naar C regelt. Is dat A, of B terwijl A op de hoogte is van de uiteindelijke bestemming, dan is tussen A en B sprake van een intracommunautaire transactie. Tussen B en C is sprake van een normale Engelse levering. Heeft A daarentegen geen enkele notie van de uiteindelijke bestemming van de goederen, en komt B de goederen zelf bij A afhalen, dan is de transactie tussen A en B een normale Nederlandse levering en de transactie tussen B en C een intracommunautaire transactie. Ondernemer B verricht nu een intracommunautaire transactie in Nederland. Als gevolg hiervan moet B zich in Nederland registreren.
Voor sommige intracommunautaire A-B-C contracten geldt een vereenvoudigde regeling.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 372 vragen en antwoorden over BTW.