Voor welke goederen geldt een herzieningstermijn?

Bij goederen die fiscaal doorgaans in één keer worden afgeschreven en bij diensten is de aftrek van voorbelasting definitief zodra de herrekening van de aftrek aan het einde van het (boekjaar) van ingebruikneming heeft plaatsgevonden. Voor investeringsgoederen is de aftrek van voorbelasting na de herrekening echter nog niet definitief. Bij deze goederen wordt de afrek in volgende jaren gevolgd en zo nodig steeds opnieuw herzien. Die herziening vindt per jaar plaats op basis van de voor dat jaar geldende omzet- of gebruiksgegevens. Investeringsgoederen zijn in dit verband:

• Roerende zaken waarop u voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting afschrijft of waarop u zou kunnen afschrijven als u aan een dergelijke belasting zou zijn onderworpen;
• onroerende zaken en rechten waaraan deze zaken zijn onderworpen.

Voor roerende investeringsgoederen moet de aftrek jaarlijks worden herzien gedurende vier jaar volgend op het jaar van ingebruikneming van de goederen. Voor onroerende zaken is de herzieningstermijn negen jaar volgend op het jaar van ingebruikneming.