Hoe werkt de vereenvoudigde regeling voor intracommunautaire A-B-C contracten?
Een vereenvoudigde regeling kan worden toegepast in de volgende situatie:
Ondernemer A in Lidstaat 1 verkoopt goederen aan B in Lidstaat 2, B verkoopt aan C in Lidstaat 3;
De goederen worden door A bij C afgeleverd.
Onder de normale regeling moet B zich nu registreren in Lidstaat 3. Immers in de schakel A-B vindt een intracommunautaire transactie plaats; een intracommunautaire levering door A in Lidstaat 1, gevolgd door een intracommunautaire verwerving door B in Lidstaat 3. Onder de normale regeling verricht B vervolgens een binnenlandse levering in Lidstaat 3.
De vereenvoudigde regeling houdt nu in dat partijen mogen handelen alsof de goederen eerst intracommunautair aan B in Lidstaat 2 worden geleverd en vervolgens, vanuit Lidstaat 2, intracommunautair worden geleverd aan C in Lidstaat 3. Het volgende beeld ontstaat:
A verricht een intracommunautaire levering in Lidstaat 1;
B verricht een intracommunautaire verwerving in Lidstaat 2;
B verricht een intracommunautaire levering in Lidstaat 2;
C verricht een intracommunautaire verwerving in Lidstaat 3. Op zijn factuur aan C moet B vermelden dat sprake is van een intracommunautaire levering. Bovendien moet B de leveringen aan C apart in zijn opgave intracommunautaire leveringen vermelden (onder het kopje: 'Intracommunautaire A-B-C leveringen (vereenvoudigde regeling)'. Daarnaast is de voorwaarde gesteld dat B niet in lidstaat 1 of 3 is geregistreerd voor BTW-doeleinden. In dat geval kan de vereenvoudigde regeling geen toepassing meer vinden.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 372 vragen en antwoorden over BTW.