Onderhuur, gebruik door derden: wat zijn de gevolgen als het gehuurde wordt gebruikt door iemand anders dan de huurder?
Gebruikt de huurder het gehuurde niet zelf, maar stelt hij het – al dan niet tegen betaling – aan derden ter beschikking, dan geldt het volgende. Voor de heffing van BTW wordt elke ter beschikkingstelling – onder welke naam dan ook – aangemerkt als verhuur. Deze verhuur is vrijgesteld van BTW, met een mogelijkheid om te opteren voor BTW-heffing.
Een huurder die het gehuurde dus aan een derde ter beschikking stelt zal derhalve samen met deze derde/gebruiker moeten opteren voor een belaste ‘verhuur’ (ook als geen huurprijs wordt berekend!). Is een dergelijke optie niet ingediend of deugdelijk contractueel overeengekomen, of is een belaste verhuur niet mogelijk (de derde heeft geen aftrekrecht) dan heeft dit een domino-effect. De huurder gebruikt namelijk dan het gehuurde voor vrijgestelde doeleinden, namelijk vrijgestelde verhuur. Hierdoor zal de huurder niet langer voldoen aan het 90/70%-criterium. Als gevolg hiervan zal ook de (echte) huur tussen de eigenaar en huurder worden omgezet in een BTW-vrijgestelde verhuur. Vuistregel is hier dat gekeken moet worden naar de daadwerkelijke gebruiker van het gehuurde, verricht deze gebruiker BTW-belaste prestaties? Bovendien moet tussen deze gebruiker en de uiteindelijke verhuurder een opvolgend ‘spoor’ van beschikkingen BTW belaste verhuur dan wel deugdelijke overeenkomsten belaste verhuur lopen.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 372 vragen en antwoorden over BTW.