Wanneer is sprake van een fiscale eenheid voor de BTW?

Ondernemers die nauw met elkaar verbonden zijn in:
  • Economisch opzicht (bijvoorbeeld dezelfde klantenkring of met name onderlinge transacties), en;
  • Financieel opzicht (financiële positie van de ene ondernemer is volledig afhankelijk van de financiën van de andere deelgenoot, bij BV’s: meerderheid van de aandelen (meer dan 50%) van de betrokken vennootschappen zijn in dezelfde handen). Bij stichtingen en verenigingen moet er sprake zijn van een onderlinge financiële afhankelijkheid, en;
  • Organisatorisch opzicht - Dezelfde leiding heeft uiteindelijk de zeggenschap binnen de verschillende (rechts)personen (gemeenschappelijke leiding).
vormen een eenheid: een fiscale eenheid. Deze drie voorwaarden worden ook wel de drie verwevenheden genoemd. Een fiscale eenheid bestaat op het moment dat aan de drie bovenstaande verwevenheden is voldaan. De ingangsdatum van een fiscale eenheid is dan ook de datum waarop aan de drie verwevenheden is voldaan. Om echter geen onduidelijkheid te laten bestaan over de vraag of al dan niet sprake is van een fiscale eenheid, stelt de inspecteur (al dan niet op verzoek van de belastingplichtigen) het bestaan van een fiscale eenheid vast bij voor bezwaar vatbare beschikking.
Die beschikking zelf is geen voorwaarde voor het bestaan van de fiscale eenheid. De betekenis van de beschikking van de inspecteur ligt in de rechtszekerheid: zij beschermt de belastingplichtigen tegen de mogelijkheid dat zij, in een meningsverschil met de inspecteur, voor het verleden tegen hun wil als fiscale eenheid worden aangemerkt. Belanghebbenden kunnen zich wel steeds op het bestaan van een fiscale eenheid beroepen zodra aan de materiële voorwaarden (de drie eerder genoemde verwevenheden) daarvoor wordt voldaan. Dit geldt ook als eerder een negatieve beschikking is afgegeven.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 372 vragen en antwoorden over BTW.