Hoe werkt de herzieningsregeling in de praktijk?
Een voorbeeld. Ondernemer A koopt een investeringsgoed. Bij aankoop is een BTW-bedrag van EUR 1.000 verschuldigd.
Jaar 1 (boekjaar van eerste gebruik)
Na afloop van het boekjaar van eerste gebruik blijkt dat een aftrekrecht bestaat voor 20% van de bij aankoop betaalde BTW. Ondernemer A brengt aldus EUR 200 in aftrek.
Jaar 2 (boekjaar dat volgt op jaar 1)
Voor dit boekjaar geldt een aftrekpercentage van 50% (in het betreffende boekjaar is het investeringsgoed voor 50% gebruikt voor BTW belaste prestaties). De ‘berekende aftrek’ bedraagt dan EUR 100 (50% van een/vijfde van EUR 1.000). De ‘genoten aftrek’ bedraagt EUR 40 (een/vijfde van de in jaar 1 afgetrokken BTW (EUR 200)). Ondernemer A kan nu het verschil tussen beide bedragen terugvragen.
Jaar 3
Voor dit boekjaar geldt een aftrekpercentage van 0%; het investeringsgoed is in dit jaar alleen voor vrijgestelde prestaties gebruikt. De ‘berekende aftrek’ bedraagt in dit geval EUR 0 de ‘genoten aftrek’ bedraagt EUR 40. Ondernemer A moet nu EUR 40 terugbetalen.
Jaar 4
Voor dit boekjaar geldt een aftrekpercentage van 100%; het investeringsgoed is in het betreffende jaar uitsluitend aangewend voor BTW-belaste prestaties. De ‘berekende aftrek’ bedraagt nu EUR 200. De ‘genoten aftrek’ bedraagt EUR 40. Ondernemer kan EUR 160 terugvragen.
Jaar 5
Voor dit boekjaar geldt een aftrekpercentage van 21%. De ‘berekende aftrek’ bedraagt nu (21% van EUR 200) EUR 42. De ‘genoten aftrek’ bedraagt EUR 40. Een correctie blijft achterwege want de ‘berekende aftrek’ verschilt niet meer dan 10% van de ‘genoten aftrek’ (een correctie volgt alleen bij een ‘berekende aftrek’ kleiner dan EUR 36 of groter dan EUR 44.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 372 vragen en antwoorden over BTW.