Waarom moeten alle organisaties van heel klein tot heel groot innoveren?
Eigenlijk ‘moet’ een organisatie niet innoveren. Maar vrijwel alle organisaties, of het nu gaat om een bedrijf, een vereniging, een ideële stichting, een kerkgenootschap, een ziekenhuis of een (semi-)overheidsinstelling, hebben te maken met allerlei ontwikkelingen op hun markten en in de omgeving. Daar niet op reageren of op proberen te anticiperen, en alles bij het oude laten, zal er dan uiteindelijk toe leiden dat de organisatie haar bestaansrecht verliest en failliet gaat of zichzelf moet opheffen. Continuïteit geldt toch voor veel organisaties als één van de belangrijkste doelen naast het vervullen van een behoefte aan een bepaald soort producten en diensten in de samenleving. Winst is daarmee ook geen doel op zich maar een indicator van de gezondheid van een bedrijf.
Eerder vroeger dan later dwingen de veranderingen in de omgeving alle afwachtende organisaties tot innovatie.
Schumpeter heeft innovatie, het vinden van nieuwe combinaties, al een tijd geleden gelijkgesteld aan de essentie van ‘ondernemen’. Een echte onderneming of een echte ondernemer kan dus eigenlijk niet anders dan innoveren: die ‘moet’ innoveren maar dan van binnenuit, van zichzelf om de kansen in de markt te benutten of zelf te creëren.
Eerder vroeger dan later dwingen de veranderingen in de omgeving alle afwachtende organisaties tot innovatie.
Schumpeter heeft innovatie, het vinden van nieuwe combinaties, al een tijd geleden gelijkgesteld aan de essentie van ‘ondernemen’. Een echte onderneming of een echte ondernemer kan dus eigenlijk niet anders dan innoveren: die ‘moet’ innoveren maar dan van binnenuit, van zichzelf om de kansen in de markt te benutten of zelf te creëren.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 245 vragen en antwoorden over Innovatie organiseren.