De SER-Fusiegedragsregels 2015 gaan ook over het voornemen tot uitbrengen van een openbaar bod, wat bepalen ze daarover?
De bieder die het voornemen heeft om, door middel van een openbaar bod of een geleidelijke aankoop via de beurs waardoor de verplichting van een openbaar bod ontstaat, een fusie tot stand te brengen, past voor zover mogelijk de informatieplicht vanuit de SER-Fusiegedragsregels 2015 toe. Hoe in de praktijk hieraan gevolg moet worden gegeven, hangt af van de wijze waarop het bod wordt uitgevoerd: er hebben immers mogelijk geen fusiebesprekingen plaatsgevonden tussen de bieder en het bestuur van de doelvennootschap (rauwelijks bod), of dergelijke besprekingen wel zijn gevoerd, maar hebben niet tot overeenstemming geleid (een vriendelijk bod wordt een vijandig bod). Omdat de wettelijke openbaarmakingsverplichtingen van koersgevoelige informatie mogelijk verbieden dat de bieder voorafgaand aan openbaarmaking van het bod zelf de vakbonden informeert, zal naar het geschikte moment moeten worden gezocht om uitvoering te geven aan de SER-Fusiegedragsregels 2015. In geval van een vriendelijk bod, zal ook het bestuur van de doelvennootschap op de aandelen waarvan een openbaar bod wordt uitgebracht, eveneens voor zover mogelijk de SER-Fusiegedragsregels 2015 moeten toepassen. Pas na raadpleging van de vakbonden mag het bestuur van de doelvennootschap zijn definitieve standpunt ten aanzien van het openbaar bod bekend maken. Dit hoeft het bestuur niet van het geven van een voorlopige reactie te weerhouden.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 223 vragen en antwoorden over Fusies & Overnames.