Kan de mediator zich beroepen op verschoningsrecht?

Bekend is dat de mediator, anders dan bijvoorbeeld advocaten en geestelijken, geen verschoningrecht heeft. Tot nu toe werd op basis van uitspraken van lagere rechters aangenomen dat de mediator wel een functioneel verschoningsrecht heeft d.w.z dat hij/zij  met verwijzing naar de mediationovereenkomst zich kon beroepen op  zijn plicht tot geheimhouding. Deze plicht kon alleen terzijde worden geschoven als het algemeen belang zwaarder zou wegen dan de geheimhouding.
De Hoge Raad stelt dat slechts in bijzondere gevallen een uitzondering kan worden gemaakt op de getuigplicht zoals die voortvloeit uit artikel 165 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ( Een ieder, daartoe op wettige wijze opgeroepen,is verplicht getuigenis af te leggen ). De rechter za,l indien een mediator  met een beroep op zijn geheimhoudingsplicht verzoekt, een bepaalde vraag onbeantwoord te mogen laten,  zijn beslissing moeten baseren op een afweging van het zwaarwegende maatschappelijke belang bij de waarheidsvinding en het belang dat wordt of de belangen die worden gediend met de geheimhoudingsplicht, waarop de mediator zich beroept.  Daarvan zal evenwel alleen in bijzondere omstandigheden sprake zijn.