Wat moet de werkgever met de 'Verklaring geen privégebruik' doen?

De werkgever bewaart een kopie van de 'Verklaring geen privégebruik auto' in de administratie. Met de verklaring mag de werkgever geen privégebruik auto bij het loon tellen vanaf het eerstvolgende loontijdvak waarover het loon moet worden berekend. De bijtelling privégebruik auto mag niet gecorrigeerd worden voor loontijdvakken waarover de werknemer al loon heeft gekregen.
Door de 'Verklaring geen privégebruik auto' krijgt de werkgever geen naheffingsaanslag als achteraf blijkt dat de werknemer de verklaring ten onrechte heeft aangevraagd, bijvoorbeeld omdat hij toch meer dan 500 kilometer privé gaat rijden. In zo'n geval krijgt de werknemer een naheffingsaanslag voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen, de premies werknemersverzekeringen en de bijdrage Zvw over de loontijdvakken die al voorbij zijn. De belastingdienst kan de naheffingsaanslag verhogen met belastingrente en een boete. Naheffen kan tot en met 5 jaar na afloop van een kalenderjaar.
De 'Verklaring geen privégebruik auto' geldt voor onbepaalde tijd. Bij intrekking van de verklaring (omdat de werknemer bijvoorbeeld meer dan 500 kilometer gaat rijden, of omdat de werknemer niet langer de auto ter beschikking heeft) moet de werknemer de werkgever zo spoedig mogelijk informeren.