Welke bevoegdheden heeft een eigenaar van een heersend erf op het dienend erf?

Een eigenaar van een heersend erf is bevoegd om – op zijn kosten:

1. Op het dienend erf alles te verrichten wat voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid noodzakelijk is;
2. Op het dienend erf gebouwen, werken en beplantingen aan te brengen, die voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid noodzakelijk zijn en
3. Hetgeen hij op het dienend erf heeft aangebracht weg te nemen, mits hij het in de oude toestand terugbrengt.

Daarentegen is de eigenaar van het heersend erf verplicht om het door hem op het dienend erf aangebrachte te onderhouden, voorzover dit in het belang van het dienende erf nodig is. De uitoefening van de erfdienstbaarhaarheid dient op de voor het dienende erf minst bezwarende wijze te gebeuren. Ook kan de eigenaar van het heersend erf, op grond van de akte van vestiging, verplicht zijn om aan de eigenaar van het dienend erf, op al dan niet regelmatig terugkerende tijdstippen, een geldsom – de retributie – te betalen.