Wanneer eindigt een opstalrecht?

Er zijn vier manieren waarop het opstalrecht teniet kan gaan:

1. Een opstalrecht kan voor onbepaalde tijd zijn gevestigd. Indien een opstalrecht voor onbepaalde tijd is aangegaan, eindigt het opstalrecht door het verstrijken van de overeengekomen duur van het opstalrecht, waarbij echter rechten stilzwijgend doorlopen, tenzij uit de gedragingen van partijen anders blijkt.
2. Een opstalrecht kan ook worden opgezegd door een exploot door de eigenaar van de onroerende zaak waarop het opstalrecht is gevestigd, tenzij in de akte van vestiging anders is bepaald. De eigenaar van de onroerende zaak kan echter slechts onder bepaalde omstandigheden opzeggen.
3. Een opstalrecht kan bovendien, onder bepaalde omstandigheden, worden opgeheven door de rechter.
4. Het opstalrecht kan, nu het een beperkt recht is, ook op de algemene wijzen tenietgaan die voor alle beperkte rechten gelden, en wel doordat:

• Het eigendomsrecht waaruit het opstalrecht is afgeleid tenietgaat;
• De tijd waarvoor het recht is gevestigd, verloopt;
• De ontbindende voorwaarde waaronder het opstalrecht is gevestigd vervuld wordt;
• Afstand wordt gedaan van het opstalrecht bij notariële akte;
• Het opstalrecht wordt opgezegd;
• Vermenging plaatsvindt (artikel 3:81 lid 2 BW).

Tot slot kan een opstalrecht eindigen door onteigening of verjaring. Het opstalrecht gaat niet teniet door het tenietgaan van de opstal, tenzij dit als ontbindende voorwaarde bij de vestiging is bepaald.