Wat zijn de gevolgen voor de eigenaar ten laste van wiens onroerende zaak een erfdienstbaarheid bestaat?

De eigenaar van het dienend erf is verplicht om op grond van de erfdienstbaarheid een last te dulden, bijvoorbeeld een recht van overpad, of iets juist niet te doen, bijvoorbeeld bij een recht van vrij uitzicht dit uitzicht te belemmeren.
De eigenaar van het heersend erf heeft de bevoegdheid om op het dienend erf op eigen kosten gebouwen, werken of beplantingen aan te brengen, indien deze voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid noodzakelijk zijn. De eigenaar van het dienend erf mag van deze rechtmatig op het dienend erf aangebrachte gebouwen, werken of beplantingen geen gebruik maken. Daarnaast kan uit hoofde van de erfdienstbaarheid op de eigenaar van het dienend erf, indien dit is vermeld in de akte van vestiging of blijkt uit de plaatselijke gewoonte of feitelijke uitoefening, de volgende nevenverplichting rusten:

1. Het aanbrengen van gebouwen, werken of beplantingen die voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid noodzakelijk zijn en die zich deels of geheel op het dienend erf bevinden en/of
2. Het onderhouden van deze gebouwen, werken of beplantingen en van het dienend erf.