Wat valt onder extraterritoriale kosten?
Extraterritoriale kosten bestaan onder meer uit:
- Extra kosten voor levensonderhoud doordat de prijs in het werkland hoger is dan in het land waar de werknemer vandaan komt, het land van herkomst (bv. extra uitgaven voor maaltijden, gas, water en licht);
- Kosten voor een kennismakingsreis naar Nederland of naar het werkland, eventueel met gezin, bijvoorbeeld om te zoeken naar een woning of een school;
- Kosten voor het aanvragen of omzetten van officiële persoonlijke papieren, zoals verblijfsvergunningen, visa en rijbewijzen
- Kosten voor medische keuringen en vaccinaties voor het verblijf in Nederland of in het nieuwe werkland;
- Dubbele huisvestingskosten wanneer de werknemer blijft wonen in het land van herkomst (bv. hotelkosten, extra eerste huisvestingskosten). De vergoeding tot 18% is loon. Het meerdere behoort tot de extraterritoriale kosten. Als de werkgever gratis huisvesting ter beschikking stelt, dan wordt een bedrag voor die huisvesting als loon belast. Vergoedingen voor meubilair vallen niet onder deze regeling;
- Opslagkosten voor het deel van de boedel dat niet meeverhuist;
- Reiskosten naar het land van herkomst, bijvoorbeeld voor familiebezoek of gezinshereniging;
- Extra kosten voor het laten invullen van de aangifte inkomstenbelasting als dat duurder is dan het laten invullen van de aangifte door een vergelijkbare belastingadviseur in het land van herkomst, met een maximum van € 1.000;
- Kosten voor taalcususssen voor de werknemers en voor de gezinsleden;
- De extra kosten voor schoolgelden voor een internationale school of voor een internationale afdeling van een gewone school;
- Extra (niet-zakelijke) gesprekskosten voor telefoneren;
- De kosten van een aanvraag vrijstelling sociale zekerheid, zoals een A1- of E101-verklaring.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 170 vragen en antwoorden over Arbeidsmigratie.