Welke problemen hebben de structuur als oorzaak?
Bij heel veel problemen kan een andere taakverdeling en een betere coördinatie bijdragen aan het oplossen ervan. Enkele voorbeelden moeten dat illustreren:
- Een korte levertijd is makkelijker te realiseren als één afdeling of groep een order geheel kan afronden, dan wanneer diverse afdelen er hun specialistische bijdrage aan leveren. In het laatste geval zullen immers wachttijden ontstaan tussen de afdelingen in de functionele structuur.
- Ziekteverzuim en verloop onder het personeel kan zowel te maken hebben met slecht functionerende managers als met teveel werk en te weinig mogelijkheden om dat te regelen, waardoor stress ontstaat. Maar wie vergeleken met andere werkgevers gewoon te weinig betaalt zal ook een hoog verloop hebben en veel kosten voor werving en inwerken. Ford had begin vorige eeuw 370% verloop en de fameuze ‘five dollar day’ van acht uur loste dat effectief op. Daarnaast maakte het de eigen werknemers koopkrachtig genoeg om zich het eigen product te kunnen veroorloven.
- Kwaliteitsproblemen zijn vaak een gevolg van gebrek aan afstemming tussen afdelingen en wie kent niet de verzuchting ‘wat hebben ze nu weer bedacht?’ richting het management en andere afdelingen. Het niet betrekken van de toekomstige makers van een innovatief product bij de ontwikkeling ervan is ook een structuurprobleem. Hoe vanzelfsprekend het ook klinkt, men ziet het bijdragen aan innovatie niet als taak van mensen in het primaire proces.
- Wanneer een organisatie veel managers, veel hiërarchische lagen, veel ‘ritselaars’ en andere ‘regelneven’ kent, dan zorgt de structuur blijkbaar voor een hoge besturingslast. Dat kost veel tijd en dus geld, zodat het aannemelijk is te stellen dat de structuur kosten kan veroorzaken en voorkomen.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 53 vragen en antwoorden over (Re)organiseren.