Waarom komen systemen na de mens in structuurontwerp?
Tot zover is vooral aandacht gegeven aan de taakverdeling tussen mensen in de organisatie en is er net gedaan of machines en ICT geen rol spelen. Organisaties zonder mensen bestaan niet en een structuur ontwerpen die aan de belangen en verlangens van de medewerkers tegemoet komt is dan ook veel beter dan de techniek (en indirect de techneuten die de techniek ontwerpen) te laten bepalen wat er voor werk voor de mens overblijft. Uit de jaren 1980 zijn legio voorbeelden waarbij de machine het vakwerk overnam en afstompend simpel werk voor de vaklieden overbleef: het laden en lossen van ruw materiaal en bewaken van de machine en bij storing op de bel van de storingsmonteur drukken.
In de praktijk is natuurlijk veel werk in productie en gegevensverwerking geautomatiseerd en heeft ‘de techniek’ dus ook ‘taken’ en maakt in zekere zin onderdeel uit van de organisatiestructuur. Maar net zoals medewerkers soms niet de kwaliteiten bezitten om in een nieuwe structuur te voldoen aan de nieuwe verwachtingen, is de bestaande techniek niet altijd passend bij de nieuwe structuur. Als men een functionele structuur had en er komt een op productstromen gebaseerde structuur, dan is de vraag of er voor elke stroom machines aanwezig zijn om het eraan toegedeelde werk te doen.
Het debat over de stelling ‘eerst organiseren dan automatiseren’ lijkt nog steeds actueel. Nog altijd biedt ICT niet de gewenste flexibiliteit die nodig is om eenvoudig aan een nieuwe arbeidsverdeling te worden aangepast. ERP-systemen zijn aanpasbaar aan elke structuur, maar dat betekent slechts dat ze alleen aan de nieuwe, strategisch wenselijke structuur aangepast kunnen worden door ze geheel opnieuw te implementeren. En er zijn maar weinig managers die dat soort trajecten zonder er grijze haren van te krijgen hebben afgerond. Daardoor werken ERP-systemen eerder verstarring van structuren in de hand dan dat ze bedrijven flexibel maken.
In de praktijk is natuurlijk veel werk in productie en gegevensverwerking geautomatiseerd en heeft ‘de techniek’ dus ook ‘taken’ en maakt in zekere zin onderdeel uit van de organisatiestructuur. Maar net zoals medewerkers soms niet de kwaliteiten bezitten om in een nieuwe structuur te voldoen aan de nieuwe verwachtingen, is de bestaande techniek niet altijd passend bij de nieuwe structuur. Als men een functionele structuur had en er komt een op productstromen gebaseerde structuur, dan is de vraag of er voor elke stroom machines aanwezig zijn om het eraan toegedeelde werk te doen.
Het debat over de stelling ‘eerst organiseren dan automatiseren’ lijkt nog steeds actueel. Nog altijd biedt ICT niet de gewenste flexibiliteit die nodig is om eenvoudig aan een nieuwe arbeidsverdeling te worden aangepast. ERP-systemen zijn aanpasbaar aan elke structuur, maar dat betekent slechts dat ze alleen aan de nieuwe, strategisch wenselijke structuur aangepast kunnen worden door ze geheel opnieuw te implementeren. En er zijn maar weinig managers die dat soort trajecten zonder er grijze haren van te krijgen hebben afgerond. Daardoor werken ERP-systemen eerder verstarring van structuren in de hand dan dat ze bedrijven flexibel maken.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 53 vragen en antwoorden over (Re)organiseren.