Hoe kunnen activiteiten in logische afdelingen worden gegroepeerd?
Het lijkt soms wel of mensen bij het organiseren alleen de basale logica ‘soort bij soort’ kennen en hanteren. En de rechtvaardiging daarvan vindt men in de gedachte van de economies of scale. Als je iets op grote schaal doet krijg je meer ervaring, kan je het automatiseren en zo verlagen de kosten per product of per handeling. Dat valt niet geheel te ontkennen, maar er zitten grenzen aan dit idee vooral op het punt van kwaliteit van de arbeid en de veronderstelde kostenverlaging. De hele dag hetzelfde ver opgesplitste en daardoor monotone werk doen stompt af, dus het personeel loopt weg zodra het kan. En de kosten om al die (op zich wel goedkope) deelhandelingen op elkaar af te stemmen en er een geolied proces van te maken, nemen zo ongeveer exponentieel toe met het aantal handelingen, lees afdelingen, dat voor een order nodig is. Bovendien ontstaan voorraden, wachttijden, vertragingen en neemt de kans op fouten door al die overdrachtsmomenten enorm toe. Een organisatie die markt- of productgerichte divisies kent begint slim, maar als men binnen die divisies dan toch functioneel organiseert, houdt men op dat niveau dan toch de nadelen daarvan.
Inmiddels hebben lean, business process redesign en de integrale organisatie-ontwerp aanpak geleerd dat er alternatieven zijn, het maken van stromen of flows. En dat betekent ook bij product- of marktgerichte divisies of business units, dat die bij voorkeur nogmaals in sub-stromen worden onderverdeeld.
Als afdelingen (groepen, teams) op de vloer 6-12 medewerkers moeten tellen en er in totaal misschien wel 100 teams te vormen zijn (ofwel 600 – 1.200 medewerkers) is de vraag aan de orde hoe vaak er, beginnend met het totale aantal, gedeeld moet worden. Dunbar heeft eens uitgezocht dat mensen ongeveer 150 intensievere relaties met anderen kunnen onderhouden (en daarnaast nog veel meer zwakke). Dat levert naast de teamomvang een tweede vuistregel op: clusters van teams moeten dan samen 150 tot 250 medewerkers tellen. Die eenheden hoeven niet even groot te zijn, maar ze moeten elk een afgerond en samenhangend deel van het werk van de hele organisatie als taak krijgen: een deel van de klanten, een deel van de producten of een geografisch deel van de markt.
Inmiddels hebben lean, business process redesign en de integrale organisatie-ontwerp aanpak geleerd dat er alternatieven zijn, het maken van stromen of flows. En dat betekent ook bij product- of marktgerichte divisies of business units, dat die bij voorkeur nogmaals in sub-stromen worden onderverdeeld.
Als afdelingen (groepen, teams) op de vloer 6-12 medewerkers moeten tellen en er in totaal misschien wel 100 teams te vormen zijn (ofwel 600 – 1.200 medewerkers) is de vraag aan de orde hoe vaak er, beginnend met het totale aantal, gedeeld moet worden. Dunbar heeft eens uitgezocht dat mensen ongeveer 150 intensievere relaties met anderen kunnen onderhouden (en daarnaast nog veel meer zwakke). Dat levert naast de teamomvang een tweede vuistregel op: clusters van teams moeten dan samen 150 tot 250 medewerkers tellen. Die eenheden hoeven niet even groot te zijn, maar ze moeten elk een afgerond en samenhangend deel van het werk van de hele organisatie als taak krijgen: een deel van de klanten, een deel van de producten of een geografisch deel van de markt.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 53 vragen en antwoorden over (Re)organiseren.