Hoe organiseren we het innovatieproces?
Het aangeven welke afdelingen er moeten zijn en hoe die de verschillende soorten innovatie moeten realiseren is niet mogelijk wegens de enorme verschillen tussen organisaties. Elke organisatie moet echter innoveren tegen de achtergrond van de onvermijdelijke ontwikkelingen in de samenleving, de technologie en de markten.
Leerboeken over innovatiemanagement beschrijven het innovatieproces vooral op het niveau van het individuele idee in drie hoofdstappen: zoeken, kiezen, invoeren. Men zoekt naar ideeën, maakt voor de meest belovende een projectplan of business case. In het licht van de actuele strategie kiest men de projecten die daaraan het best bijdragen en dat betekent dat men sommige plannen niet of nog niet ten uitvoer brengt. En het kiezen (ook wel innovatie portfoliomanagement) betekent soms ook dat plannen die al ergens in het ontwikkeltraject zitten stopt, omdat bij nader inzien de kans van slagen toch niet zo hoog meer is als eerst gedacht of als gevolg van wat de concurrentie inmiddels op de markt heeft gebracht. De gekozen projecten voert men dan uit conform moderne projectmanagementinzichten. Ofwel kleine projecten in een denk- en een doefase, grotere of risicovolle projecten in een groter aantal stages en gates te managen en radicaal nieuwe projecten bij voorkeur in een iteratieve, rapid prototyping aanpak.
Wat de klantenorder is voor het primaire proces is het projectplan voor het innovatieproces; het fungeert als een interne order. Wat in kleinere bedrijven zonder aparte afdelingen voor product- of procesinnovatie vanzelfsprekend is, realiseren grotere bedrijven zich ook meer en meer, namelijk dat een innovatieproject veelal tegelijk product-, dienst-, proces-, markt-, business model- en sociaal organisatorische innovatie(s) moet opleveren om het innovatieve idee tot een succes te maken. Dit vraagt om een multidisciplinaire samenstelling van de projectteams, die ook varieert naar gelang de fase waarin het project zich bevindt.
Leerboeken over innovatiemanagement beschrijven het innovatieproces vooral op het niveau van het individuele idee in drie hoofdstappen: zoeken, kiezen, invoeren. Men zoekt naar ideeën, maakt voor de meest belovende een projectplan of business case. In het licht van de actuele strategie kiest men de projecten die daaraan het best bijdragen en dat betekent dat men sommige plannen niet of nog niet ten uitvoer brengt. En het kiezen (ook wel innovatie portfoliomanagement) betekent soms ook dat plannen die al ergens in het ontwikkeltraject zitten stopt, omdat bij nader inzien de kans van slagen toch niet zo hoog meer is als eerst gedacht of als gevolg van wat de concurrentie inmiddels op de markt heeft gebracht. De gekozen projecten voert men dan uit conform moderne projectmanagementinzichten. Ofwel kleine projecten in een denk- en een doefase, grotere of risicovolle projecten in een groter aantal stages en gates te managen en radicaal nieuwe projecten bij voorkeur in een iteratieve, rapid prototyping aanpak.
Wat de klantenorder is voor het primaire proces is het projectplan voor het innovatieproces; het fungeert als een interne order. Wat in kleinere bedrijven zonder aparte afdelingen voor product- of procesinnovatie vanzelfsprekend is, realiseren grotere bedrijven zich ook meer en meer, namelijk dat een innovatieproject veelal tegelijk product-, dienst-, proces-, markt-, business model- en sociaal organisatorische innovatie(s) moet opleveren om het innovatieve idee tot een succes te maken. Dit vraagt om een multidisciplinaire samenstelling van de projectteams, die ook varieert naar gelang de fase waarin het project zich bevindt.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 53 vragen en antwoorden over (Re)organiseren.