Wat is het hoofddoel van de organisatie?
Een organisatie levert allerlei bijdragen aan de samenleving waar ze deel van uitmaakt. Toch is er vrijwel altijd één bijdrage aan te wijzen, die men wel het hoofddoel van de organisatie noemt. Aan het leveren daarvan ontleent de organisatie haar bestaansrecht. In een missie of visie verwoordt een organisatie hoe ze dit zelf ziet.
De manier van formuleren is heel belangrijk en dient eigenlijk vooral de functie van die bijdrage te beschrijven en niet het concrete product of dienst dat men nu levert. Neem twee fabrikanten van kolenkachels in de jaren 1950 als voorbeeld. De ene stelde zich ten doel ‘de beste kolenkachels’ te leveren. De andere omschreef de missie als ‘het zorgen voor een aangenaam klimaat in huizen en kleine kantoren’. Het lijkt waarschijnlijk dat de tweede missie dat bedrijf veel ruimer naar ontwikkelingen liet zoeken en dat het veel eerder de potentie van aardgas zal hebben herkend en ook gashaarden zijn gaan leveren. Een soortgelijk verschil is er tussen het leveren van verzekeringen en het bieden van hulp bij tegenslag. De tweede omschrijving leidt eerder tot het aanbieden van de hulp van bedrijven die gespecialiseerd zijn in het opruimen van brandschade, dan het uitkeren van een geldbedrag na een brandschadeclaim wat bij de eerste missie past. Als derde voorbeeld kan een autoleasebedrijf denken dat ze auto’s leaset of zich beschouwen als leverancier van mobiliteitsoplossingen op maat.
Het leveren van een waardevolle dienst of product aan klanten is dan wel het hoofddoel, maar direct daarna streven verreweg de meeste organisaties ook continuïteit na. Een faillissement is immers niet alleen vervelend voor klanten (service en garantie?), maar de werknemers verliezen dan hun baan, leveranciers hun afzet en de eigenaren zien hun vermogen verdampen. Om levensvatbaar te blijven moeten organisaties innoveren om zich, zoals een levende soort zich middels evolutie aanpast aan veranderingen, aan te passen aan de veranderingen in haar markten en wijdere omgeving. Hieruit volgt dat leveren en innoveren twee kernprocessen in elke organisatie zijn.
Wie nog denkt ‘winstmaximalisatie is toch het hoofddoel van een bedrijf’, is in een achterhaalde eendimensionale fictie van economen blijven steken. In de 21e eeuw gaat het om meervoudige waardecreatie voor de klant die X wil en voor diverse andere belanghebbenden of stakeholders bij de organisatie.
De manier van formuleren is heel belangrijk en dient eigenlijk vooral de functie van die bijdrage te beschrijven en niet het concrete product of dienst dat men nu levert. Neem twee fabrikanten van kolenkachels in de jaren 1950 als voorbeeld. De ene stelde zich ten doel ‘de beste kolenkachels’ te leveren. De andere omschreef de missie als ‘het zorgen voor een aangenaam klimaat in huizen en kleine kantoren’. Het lijkt waarschijnlijk dat de tweede missie dat bedrijf veel ruimer naar ontwikkelingen liet zoeken en dat het veel eerder de potentie van aardgas zal hebben herkend en ook gashaarden zijn gaan leveren. Een soortgelijk verschil is er tussen het leveren van verzekeringen en het bieden van hulp bij tegenslag. De tweede omschrijving leidt eerder tot het aanbieden van de hulp van bedrijven die gespecialiseerd zijn in het opruimen van brandschade, dan het uitkeren van een geldbedrag na een brandschadeclaim wat bij de eerste missie past. Als derde voorbeeld kan een autoleasebedrijf denken dat ze auto’s leaset of zich beschouwen als leverancier van mobiliteitsoplossingen op maat.
Het leveren van een waardevolle dienst of product aan klanten is dan wel het hoofddoel, maar direct daarna streven verreweg de meeste organisaties ook continuïteit na. Een faillissement is immers niet alleen vervelend voor klanten (service en garantie?), maar de werknemers verliezen dan hun baan, leveranciers hun afzet en de eigenaren zien hun vermogen verdampen. Om levensvatbaar te blijven moeten organisaties innoveren om zich, zoals een levende soort zich middels evolutie aanpast aan veranderingen, aan te passen aan de veranderingen in haar markten en wijdere omgeving. Hieruit volgt dat leveren en innoveren twee kernprocessen in elke organisatie zijn.
Wie nog denkt ‘winstmaximalisatie is toch het hoofddoel van een bedrijf’, is in een achterhaalde eendimensionale fictie van economen blijven steken. In de 21e eeuw gaat het om meervoudige waardecreatie voor de klant die X wil en voor diverse andere belanghebbenden of stakeholders bij de organisatie.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 53 vragen en antwoorden over (Re)organiseren.