Wat zijn de gevolgen voor een verhuurder als de huurder failliet gaat?

Een huurovereenkomst eindigt niet van rechtswege bij een faillissement. Er moet een opzegging plaatsvinden. Op grond van de Faillissementswet is het zowel voor de verhuurder als voor de curator mogelijk om de huurovereenkomst te beëindigen. Er moet wel een opzegtermijn gehanteerd worden. Dat betekent dat huurder en verhuurder nog maximaal drie maanden aan elkaar verbonden zijn. Aangezien de curator het belang van de schuldeisers vooropstelt en de boedel zo groot mogelijk probeert te houden, kan soms in onderling overleg een kortere opzegtermijn afgesproken worden.
Op grond van de Faillissementswet is de verschuldigde huur vanaf het moment van het faillissement een boedelschuld. Dat betekent dat deze schuld hoger in rang staat dan bijvoorbeeld de schulden die de huurder heeft bij zijn leveranciers. Dit kan echter een probleem vormen als de boedel te klein is om de verschuldigde huur uit te voldoen. Dat blijkt in de praktijk vaak het geval te zijn. Mocht de verhuurder dus vermoeden dat er geen gelden meer aanwezig zijn in de onderneming van de huurder, dan kan deze wellicht beter met de curator in gesprek gaan over een kortere opzegtermijn, zodat de verhuurder sneller op zoek kan gaan naar een solvabele huurder.