Kan de verhuurder gedurende de looptijd van de huurovereenkomst de huurprijs aanpassen?

De huurprijs van woonruimte kan worden verhoogd doordat partijen in de huurovereenkomst een huurverhogingsclausule hebben opgenomen. In het algemeen betekent dit dat de huurprijs jaarlijks wordt geïndexeerd op grond van het consumentenprijsindexcijfer. Deze verhoging kan nooit hoger zijn dan die is vastgesteld door het Ministerie door middel van het maximale huurverhogingspercentage. Wat betreft middenstandsbedrijfsruimte (zgn. 290-bedrijfsruimte) geldt een afwijkende regeling. Deze kunnen in beginsel vrij worden overeengekomen. De rechter kan echter, op vordering van zowel huurder als verhuurder, deze prijsafspraken opzij zetten indien deze niet overeenstemt met die van vergelijkbare bedrijfsruimte ter plaatse (artt. 7:303 en 304 BW). Dit kan bij een huurovereenkomst voor bepaalde tijd uitsluitend na afloop van de overeengekomen duur. In alle andere gevallen geldt dat wijziging kan worden gevorderd wanneer vijf jaren zijn verstreken sinds de dag waarop de laatste door partijen vastgestelde huurprijs is ingegaan of waarop de laatste door de rechter vastgestelde huurprijs is gevorderd.
De nieuwe huurprijs gaat niet in voor het einde van de eerste huurperiode en niet eerder dan de dag waarop de vordering tot wijziging is ingesteld.
Een vordering tot nadere huurprijsvaststelling is slechts ontvankelijk, indien deze vergezeld gaat van een advies over de nadere huurprijs, opgesteld door een of meer door partijen gezamenlijk benoemde deskundigen. Bereiken partijen geen overeenstemming over de benoeming van een deskundige, dan kan de rechter deze benoemen op verzoek van de meest gerede partij.