Is het aanstellen van een vertrouwenspersoon verplicht?
Veel organisaties hebben een vertrouwenspersoon ongewenst gedrag of ongewenste omgangsvormen (VOO) in dienst. Er is geen enkele wettelijke verplichting om binnen een organisatie een vertrouwenspersoon aan te stellen. Daar staat tegenover dat – op grond van de zogenoemde instructienorm en jurisprudentie – het niet aanstellen van een vertrouwenspersoon gelijkstaat aan het niet goed of onvoldoende invulling geven aan de wettelijke eis om PSA-beleid te voeren. De VOO adviseert het bestuur en het management van een organisatie.
In een aantal branche-of bedrijfscao’s is wel de verplichting opgenomen voor de aangesloten bedrijven/organisaties om een vertrouwenspersonen aan te stellen (onder andere cao BVE, cao Bakkersbedrijf, cao Ziekenhuizen).
In de Arbeidsomstandighedenwet, artikel 3, lid 2 is de verplichting opgenomen om binnen het algemene arbeidsomstandighedenbeleid een beleid te voeren dat is gericht op voorkoming, en als dat niet mogelijk is, op beperking van psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Deze verplichting om een beleid te voeren dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden wordt ook wel een instructienorm genoemd. Een instructienorm legt een positieve verplichting op aan een werkgever om te zorgen voor een werkomgeving die vrij is van psychosociale stressfactoren. Bij schending van een dergelijke norm is de werkgever aansprakelijk. De positieve verplichting om bepaald beleid te voeren geeft de werkgever de vrijheid om het gevraagde beleid op eigen wijze in te vullen. Hij moet daarbij echter wel kunnen aantonen dat hij aan de wettelijke normen voldoet.
In een aantal branche-of bedrijfscao’s is wel de verplichting opgenomen voor de aangesloten bedrijven/organisaties om een vertrouwenspersonen aan te stellen (onder andere cao BVE, cao Bakkersbedrijf, cao Ziekenhuizen).
In de Arbeidsomstandighedenwet, artikel 3, lid 2 is de verplichting opgenomen om binnen het algemene arbeidsomstandighedenbeleid een beleid te voeren dat is gericht op voorkoming, en als dat niet mogelijk is, op beperking van psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Deze verplichting om een beleid te voeren dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden wordt ook wel een instructienorm genoemd. Een instructienorm legt een positieve verplichting op aan een werkgever om te zorgen voor een werkomgeving die vrij is van psychosociale stressfactoren. Bij schending van een dergelijke norm is de werkgever aansprakelijk. De positieve verplichting om bepaald beleid te voeren geeft de werkgever de vrijheid om het gevraagde beleid op eigen wijze in te vullen. Hij moet daarbij echter wel kunnen aantonen dat hij aan de wettelijke normen voldoet.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 269 vragen en antwoorden over ARBO: Wet- en regelgeving.