Heeft een preventiemedewerker ook een taak ten opzichte van niet-eigen medewerkers?
De werkgever moet ervoor zorgen dat zijn werknemers tijdens hun werk geen schade oplopen. Dit geldt ook voor niet-eigen werknemers, zoals ingeleende arbeidskrachten, zzp’ers of vrijwilligers. Deze zorgplicht is geregeld in artikel 7:658 Burgerlijk Wetboek. Zo moet de werkgever er voor zorgen dat de werkruimtes en arbeidsmiddelen veilig en goed onderhouden zijn. Ook moet hij zijn werknemers de nodige instructies geven om te voorkomen dat die schade lijden. Komt de werkgever zijn zorgplicht niet na, dan kan hij bij een arbeidsongeval aansprakelijk zijn voor de schade. De zorgplicht voor niet-eigen werknemers wordt door de preventiemedewerker namens de werkgever als volgt geregeld:
- De preventiemedewerker moet nagaan of het andere bedrijf beschikt over een eigen arbomanagementsysteem. Dit systeem moet de garantie bieden dat de werknemers van dit andere bedrijf én de werknemers van uw eigen bedrijf veilig en gezond kunnen werken. Het bedrijf zou idealiter over een ISO 45001-certificaat of een VCA-certificaat moeten beschikken;
- De preventiemedewerk maakt samen met het in te huren bedrijf een risico-inventarisatie. Hiermee wordt beoordeeld welke risico’s verbonden zijn aan de uit te voeren werkzaamheden, zowel voor de eigen als voor de niet-eigen werknemers. Maar ook andersom: welke gevaren kunnen de werkzaamheden van de organisatie opleveren voor de ingeleende, niet-eigen werknemers?
- De preventiemedewerker maakt afspraken met het in te lenen bedrijf over de beheersing van mogelijke gevaren. Dit wordt schriftelijk vastgelegd.
- Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden houdt de preventiemedewerker toezicht op de gemaakte afspraken. Als hiervan wordt afgeweken, spreekt hij/zij het ingeleende bedrijf daarop aan. In ernstige situaties kunnen de werkzaamheden zelfs worden stilgelegd.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 269 vragen en antwoorden over ARBO: Wet- en regelgeving.