Aan welke regels moeten een ruimte voldoen waar werkneemsters kunnen kolven of hun kind kunnen voeden?

Artikel 4:8 van de Arbeidstijdenwet en het Arbobesluit (art. 3.48) geeft aan dat de werkgever vrouwelijke werknemers in de gelegenheid moet stellen borstvoeding te geven, dan wel te kolven. Waar nodig dient de werkgever een geschikte af te sluiten besloten ruimte ter beschikking te stellen. Aan welke eisen deze (lactatie)ruimte precies moet voldoen, is niet letterlijk in de wet opgenomen. Inmiddels wordt wel aangenomen dat een kolfruimte dient te voldoen aan de volgende eisen:

1. De ruimte moet van binnenuit afgesloten kunnen worden;
2. De kolfruimte dient een rustige, afgezonderde ruimte te zijn die voldoende privacy biedt;
3. In de ruimte moet een stoel, (opvouwbaar) bed of een rustbank staan;
4. Het klimaat in de kolfruimte moet behaaglijk zijn (voldoende verse lucht en voldoende voorzieningen voor klimaatbeheersing);
5. Er moet een koelkast staan om afgekolfde melk in te kunnen zetten;
6. Potentieel schadelijke stoffen mogen niet aanwezig zijn in de ruimte en de ruimte moet hygiënisch zijn. Dat maakt dat een toilet geen geschikte kolfruimte is.

Indien er geen geschikte kolfruimte bij de werkgever aanwezig is, heeft de vrouwelijke werknemer het recht zelf een geschikte kolfplek te regelen. Dit kan ook thuis zijn.