Heeft de uitzendkracht recht op doorbetaling tijdens ziekte (ABU-cao)?

Hier zijn 2 uitgangssituaties:

• Fase A zonder met uitzendbeding

Een uitzendkracht in fase A ontvangt de eerste twee dagen geen salaris. Op dag één is er geen recht op loondoorbetaling. De onbetaalde tweede ziektedag wordt door een opslag op het loon gecompenseerd. Deze opslag ontvang de uitzendkracht wekelijks via het salaris.
Een uitzendovereenkomst met uitzendbeding wordt per direct beëindigd bij ziekte. Nadat de overeenkomst is beëindigd, heeft de uitzendkracht vanaf de derde ziektedag recht op een Ziektewet-uitkering (70% van het uitkeringsdagloon voor een periode van maximaal twee jaar). Het uitkeringsdagloon wordt berekend aan de hand van het gemiddelde loon van de periode voorafgaand aan de ziekte. Naast de ziektewetuitkering is het uitzendbureau verplicht de uitkering het eerste jaar aan te vullen tot 91% van het uitkeringsdagloon, en in het tweede ziektejaar tot 80%. 
Als de uitzendkracht zich weer beter meldt heeft hij een nieuwe uitzendovereenkomst nodig;

• Fase A zonder uitzendbeding, B en C

Wanneer de via een overeenkomst werkt, heeft deze bij ziekte vanaf de tweede ziektedag recht op doorbetaling. In het eerste ziektejaar is de uitzendonderneming verplicht om 91% van het loon door te betalen, in het tweede ziektejaar 80%. De arbeidsovereenkomst wordt niet beëindigd tijdens ziekte. Deze loopt door en eindigt alleen op de overeengekomen einddatum.
Bij een overeenkomst in fase A moet de uitzendkracht zich hersteld melden bij UWV en de uitzendonderneming, in fase B en C bij zowel de uitzendonderneming als de opdrachtgever.