Wat is bij geoblocking niet toegestaan?

In 2018 is de Geoblocking Verordening van kracht geworden in de lidstaten van de EU. De verordening richt zich op drie vormen van geoblocking:
  1. Toegang tot online interfaces - Het is niet toegestaan klanten zonder toestemming naar een andere (lokale) website om te leiden op grond van hun nationaliteit, verblijfplaats of plaats van vestiging. Het enkele feit dat de taal wordt aangepast aan de nationaliteit van de klant is voldoende om onder de reikwijdte van de verordening te vallen. De klant dient echter goedkeuring te geven voor het 'doorsturen' naar de omgeving van de locatie van de gebruiker.
  2. Toegang tot goederen en diensten - Het is niet toegestaan om verschillende voorwaarden te hanteren per land. Als uitgangspunt geldt bijvoorbeeld dat een Duitse klant dezelfde goederen en diensten, tegen dezelfde voorwaarden dient te kunnen kopen als een Nederlandse klant. Deze regeling ziet overigens niet enkel op het digitale aanbod. Wanneer een lokale winkel  een dienst of zaak weigert te verkopen en doorverwijst naar zijn Nederlandse collega, handelt deze lokale winkel in strijd met de richtlijn.
  3. Discriminatieverbod ten aanzien de betalingsmethode - Het is niet toegestaan girale betaalmiddelen te weigeren omdat de klant een buitenlands (binnen de EU) rekeningnummer heeft.
Het doel van de verordening is discriminatie tegen te gaan. Dit betekent dat een klant niet van een buitenlandse webshop alles mag verlangen wat hij of zij wenst. Indien de buitenlandse webshop werkt met vaste afhaaladressen, is in elk geval niet af te dwingen dat er een afhaaladres in het 'eigen' land wordt ingericht. En als de webshop enkel contant geldt accepteert, kan men niet afdwingen dat de webshop een creditcard of digitale betaling accepteert. Uiteraard kan men ook niet verlangen dat een ander accijnstarief of btw-tarief wordt doorgerekend, of dat goederen die verboden zijn in ons land worden geleverd.

De bevoegde handhavingsautoriteiten in Nederland zijn de ACM en de AFM. Zij kunnen een boete opleggen van maximaal 900.000 euro of 1 procent van de omzet, indien dit niet meer bedraagt dan 900.000 euro.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 236 vragen en antwoorden over Internetrecht.