Wat is de definitie van werkkleding?
Kleding is in fiscaal opzicht werkkleding als deze voldoet aan één van de volgende voorwaarden:
- De kleding is (bijna) alleen geschikt om tijdens het werk te dragen, zoals een laboratoriumjas en een stofjas.
- Op de kleding zitten een of meer duidelijk zichtbare beeldkenmerken die horen bij de werkgever (bijvoorbeeld een bedrijfslogo). Deze hebben samen een oppervlakte van ten minste 70 cm² per kledingstuk. De oppervlakte berekent u met een denkbeeldige rechthoek om de uiterste punten van het logo.
- De kleding blijft aantoonbaar achter op de werkplek.
- De kleding is een uniform of een overall. De herkenbaarheid van de kleding bepaalt of de kleding een uniform is en welke onderdelen daar bij horen. Als een groep werknemers dezelfde kleding draagt, die ook buiten de werkomgeving wordt geassocieerd met een bedrijf of beroep, dan is die kleding een uniform. Bijvoorbeeld de kleding van politie, militairen en stewardessen. Een zwarte broek met blauwe blazer van een chauffeur is dus geen uniform.
- De vergoedt, verstrekt of stelt de kleding ter beschikking omdat de Arbeidsomstandighedenwet dit voorschrijft, zoals een paar veiligheidsschoenen. De werkgever moet dan een arboplan hebben waarin de kleding nodig is. Verder geldt dat de kleding vooral tijdens werktijd wordt gedragen en de werknemer voor de kleding geen eigen bijdrage hoeft te betalen.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 98 vragen en antwoorden over Special Werkkostenregeling.