Hoe loopt het traject naar medewerkersparticipatie?

Hier ontbreekt de ruimte om alle financiële, emotionele, juridische, fiscale en bedrijfsculturele aspecten te belichten die een rol spelen in het traject naar financiële medewerkersparticipatie.Een indicatie biedt een globale indeling in vier fases:

1. Oriëntatie: wat is het motief en het doel voor medewerkersparticipatie en wat zijn de mogelijkheden waarmee dat doel kan worden gerealiseerd? Welke vorm van financiële participatie wordt gekozen of kiest men voor een andere participatieve aanpak.
2. Ontwerp: Welke vorm van financiële participatie wordt gekozen en hoe wordt het toegepast. Bij werknemersaandelen moeten er nog meer zaken geregeld worden. Denk daarbij aan het ontwerpen en opzetten van een organisatiestructuur, het inschakelen van interne en externe partijen en adviseurs, waardebepaling, Belastingdienst, ontwerpen reglement en handleiding, als ook het maken van een tijdsplanning en budget.
3. Invoering: Nu volgt de daadwerkelijke invulling van het ontwerp gemaakt in fase 2. In het geval van werknemersaandeelhouders is het nu de hoogste tijd om de werknemers goed te informeren over de regeling, alsmede een inschatting te maken hoeveel werknemers zullen participeren. Hoe werkt de regeling? Praktische afspraken dienen te worden gemaakt met betrekking tot de financiering en het beheer / administratie van de regeling.
4. Onderhoud: Na de invoering is het belangrijk om de regeling te evalueren en om na 2 tot 3 jaar de regeling goed te toetsen en eventueel aan te passen. Een regeling behoeft jaarlijks aandacht en onderhoud. Ter optimalisering van een regeling kunnen andere processen in de onderneming worden bijgestuurd voor een nog beter effect van de aandelenregeling, daarbij moet u denken aan informatie-uitwisseling, invulling van overleggen en werkbesprekingen, en transparantie op allerlei terreinen.