De Nederlandse transport- en logistieksector behoort tot de Europese top dankzij efficiënte voertuigen en hoogwaardige dienstverlening. Ondanks een matig binnenlands imago is er internationaal veel waardering, wat leidt tot een opvallende trend: steeds meer Nederlandse bedrijven komen in buitenlandse handen. Deze ontwikkeling wordt versterkt door vergrijzing, opvolgingsproblemen en de complexiteit van modern ondernemerschap.

Veel familiebedrijven met oudere eigenaren staan voor verkoop, waarbij buitenlandse overnames vaker voorkomen dan binnenlandse. Henry Steenbergen, directeur Transport en mobiliteit bij de Rabobank, geeft een visie op de toekomst van de Nederlandse transport- en logistieksector.

Steenbergen: "De Nederlandse transport- en logistieksector hoort tot de internationale top. Met de modernste en zuinigste voertuigen, hoogwaardige logistieke dienstverlening zetten Nederlandse ondernemingen de standaard in Europa. Terwijl het binnenlandse imago van de sector niet altijd even positief is, kijken buitenlandse bedrijven en investeerders met grote belangstelling naar onze transportbedrijven".

Consolidatie is een logische stap

Consolidatie is een logische stap: kleine bedrijven hebben moeite om te voldoen aan toenemende eisen rond administratie, verduurzaming en personeel. Grotere schaal is nodig om kosten, zoals voor elektrificatie en digitale systemen, te kunnen dragen. Tegelijkertijd biedt de Nederlandse markt door haar stabiliteit, innovatiekracht en digitalisering een aantrekkelijk investeringsklimaat voor buitenlandse partijen.

Nederlandse overnames blijven achter door hoge overnameprijzen, strengere duurzaamheidsregels, beperkte beschikbaarheid van investeringskapitaal en het ontbreken van grote logistieke spelers. Daarnaast ontbreekt het vaak aan een langetermijnstrategie voor fusies en overnames, waardoor buitenlandse investeerders sneller kunnen handelen.

Weerbaarheid en onafhankelijkheid

Hoewel buitenlandse overnames economisch gezien niet per definitie nadelig zijn, groeit de roep om weerbaarheid en onafhankelijkheid. Dit vraagt om versterking van Nederlandse bedrijven. Mogelijke oplossingen zijn meer aandacht voor fusies (in plaats van overnames), betere samenwerking tussen bedrijven en aantrekkelijker ondernemingsbestuur, met onder andere een grotere rol voor CFO’s. Ook winstgevendheid en productiviteit moeten omhoog, mede om investeringen aantrekkelijker te maken.

Verder helpt een proactieve groeistrategie, waarbij bedrijven tijdig in gesprek gaan met financiers over mogelijke uitbreiding. Zo kunnen Nederlandse bedrijven zelfstandiger blijven en hun concurrentiepositie versterken. De transportsector staat op een kantelpunt: zonder actie zullen steeds meer bedrijven in buitenlandse handen vallen, ondanks hun sterke positie op de Europese markt. Door gerichte keuzes te maken op het gebied van governance, samenwerking, strategie en schaalgrootte, kan de sector weerbaarder worden en zijn leidende positie behouden.

Lees het uitgebreide commentaar van de Rabobank hier.

Lees ook: ING: hoe trekken we de internationale Nederlandse transport en logistieksector uit het slop?