In welke gevallen kan de lage sectorpremie worden gehanteerd?
In vijf sectoren – agrarisch bedrijf, bouwbedrijf, culturele instellingen, horeca algemeen en schildersbedrijf – is de sectorpremie voor de Werkloosheidswet (WW) verdeeld in twee premies: een hoge en een lage. Dat is het geval omdat het werkloosheidsrisico in deze sectoren hoger is dan in andere. Vooral werknemers met korte, tijdelijke dienstverbanden raken vanuit deze sectoren vaak werkloos en krijgen dan een WW-uitkering. Daarom moeten werkgevers voor die werknemers de hoge sectorpremie betalen. Het verschil tussen de hoge en lage sectorpremie kan oplopen tot circa 10 procentpunt.
De lage sectorpremie geldt onder meer voor werknemers die een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor ten minste een jaar hebben. Daarbij moet het aantal arbeidsuren vermeld zijn. Een oproepcontract zonder vast aantal uren of een nulurencontract is dus niet voldoende. In principe mag een organisatie dus de lage sectorpremie toepassen voor werknemers met een dienstverband van een jaar. Maar: als een werknemer binnen een jaar nadat een organisatie hem in dienst heeft genomen, recht krijgt op een WW-uitkering omdat de dienstbetrekking bij die organisatie eindigt, moet de werkgever met terugwerkende kracht tot het begin van de dienstbetrekking alsnog het hoge premiepercentage betalen. Deze bepaling kan van belang zijn als een werkgever een werknemer wil ontslaan. Als de werknemer nog net geen jaar in dienst is, kan het dan ook verstandig zijn om zijn dienstverband nog even te laten voortbestaan.
De lage sectorpremie geldt onder meer voor werknemers die een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor ten minste een jaar hebben. Daarbij moet het aantal arbeidsuren vermeld zijn. Een oproepcontract zonder vast aantal uren of een nulurencontract is dus niet voldoende. In principe mag een organisatie dus de lage sectorpremie toepassen voor werknemers met een dienstverband van een jaar. Maar: als een werknemer binnen een jaar nadat een organisatie hem in dienst heeft genomen, recht krijgt op een WW-uitkering omdat de dienstbetrekking bij die organisatie eindigt, moet de werkgever met terugwerkende kracht tot het begin van de dienstbetrekking alsnog het hoge premiepercentage betalen. Deze bepaling kan van belang zijn als een werkgever een werknemer wil ontslaan. Als de werknemer nog net geen jaar in dienst is, kan het dan ook verstandig zijn om zijn dienstverband nog even te laten voortbestaan.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 255 vragen en antwoorden over Loonheffingen.