Wat wordt in het toekomstige pensioenstelsel onder zachte en harde rechten verstaan?

Onder harde rechten worden rechten verstaan waarbij zekerheid wordt gegeven over de uitkeringen.  Daar moeten veilige beleggingen tegenover staan, die gemiddeld minder winst opleveren. Bij beleggingen zonder risico’s zijn de rendementen laag. Daar staan forse premies tegenover.
De harde rechten moeten dus een basisbedrag zijn. Dat moet voorkomen dat een werknemer in de eerste tien jaar van een carrière alleen maar risicovolle pensioenrechten opbouwt en bij een korte loopbaan dus nauwelijks zekerheid heeft. Door deze bodem weten mensen dat ze naast de AOW in ieder geval een stukje zeker pensioen krijgen. De rest van het pensioen is onzeker (zachte rechten). Zachte rechten worden voornamelijk in de eerste werkjaren opgebouwd, aangezien het voor een jonge deelnemer makkelijker is om risico te nemen. Indien de resultaten tegenvallen, kan dit namelijk in een lange periode hersteld worden.