Waartoe dient de jaarruimte?
De jaarruimte biedt aftrekmogelijkheid voor premiebetalingen die dienen als compensatie van een pensioentekort in het kalenderjaar.
De jaarruimte is aanzienlijk beperkt: waar in 2013 nog premies voor lijfrenten konden worden afgetrokken tot een bedrag van 17% van de premiegrondslag is dit vanaf 2020 nog maar 13,3% van de premiegrondslag). Dit is met name van belang voor lijfrentecontracten met een vaste premie. Voortzetting van zo’n contract valt dan (fiscaal) te heroverwegen.
Betaalde bedragen zijn aftrekbaar voor zover belastingplichtige een pensioentekort heeft en op 1 januari van een kalenderjaar de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt. De hoogte van het aftrekbare bedrag moet bepaald worden aan de hand van de jaarruimte en/of reserveringsruimte. Bij de berekening van de jaarruimte zijn onder meer het inkomen en de pensioenaangroei van het voorafgaande kalenderjaar bepalend. De reserveringsruimte bedraagt de niet-benutte jaarruimte in de aan het kalenderjaar voorafgaande zeven jaar, maar bedraagt in het jaar van aftrek ten hoogste 13,3% van de premiegrondslag met een maximum van € 7.489 (2021). Wie aan het begin van het kalenderjaar een leeftijd bereikt die ten hoogste tien jaar jonger is dan de AOW-leeftijd, heeft recht op een hoger maximum van € 14.785 (2021).
De jaarruimte is aanzienlijk beperkt: waar in 2013 nog premies voor lijfrenten konden worden afgetrokken tot een bedrag van 17% van de premiegrondslag is dit vanaf 2020 nog maar 13,3% van de premiegrondslag). Dit is met name van belang voor lijfrentecontracten met een vaste premie. Voortzetting van zo’n contract valt dan (fiscaal) te heroverwegen.
Betaalde bedragen zijn aftrekbaar voor zover belastingplichtige een pensioentekort heeft en op 1 januari van een kalenderjaar de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt. De hoogte van het aftrekbare bedrag moet bepaald worden aan de hand van de jaarruimte en/of reserveringsruimte. Bij de berekening van de jaarruimte zijn onder meer het inkomen en de pensioenaangroei van het voorafgaande kalenderjaar bepalend. De reserveringsruimte bedraagt de niet-benutte jaarruimte in de aan het kalenderjaar voorafgaande zeven jaar, maar bedraagt in het jaar van aftrek ten hoogste 13,3% van de premiegrondslag met een maximum van € 7.489 (2021). Wie aan het begin van het kalenderjaar een leeftijd bereikt die ten hoogste tien jaar jonger is dan de AOW-leeftijd, heeft recht op een hoger maximum van € 14.785 (2021).
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 284 vragen en antwoorden over Pensioenen & lijfrentes.