Wat is zijn de verschillen tussen een 'gouden handdruk' en de ontslagvergoeding?

Op 1 juli 2015 heeft de transitievergoeding de tot dan toe bestaande ontslagvergoeding vervangen die op basis van de zogenoemde kantonrechtsformule werd berekend. De hoogte van die transitievergoeding is voornamelijk afhankelijk van de duur van het dienstverband. De verschillen tussen beide vergoedingen zijn:

1. Transitievergoeding onafhankelijk van ontslagreden - Of een werkgever een ontslagvergoeding moest betalen, hing eerder onder andere af van de ontslagreden. Voor de transitievergoeding ligt dit eenvoudiger, wat betekent dat er sneller een vergoeding moeten worden uitgekeerd. Alle werknemers hebben na een arbeidsovereenkomst van twee jaar of langer namelijk recht op een transitievergoeding wanneer ze ontslagen worden. Het maakt geen verschil of de ontslagaanvraag via het UWV of de kantonrechter verloopt, of een contract voor bepaalde tijd automatisch afloopt. Ook als de werkgever een werknemer ontslaat na 104 weken ziekte mét toestemming van het UWV, moet hij een transitievergoeding betalen;
2. Berekening - De ontslagvergoeding werd bepaald bepaald op basis van de kantonrechtsformule. Die formule hield onder andere rekening met het aantal dienstjaren, het bruto maandsalaris van de werknemer en andere vaste looncomponenten en met bijzondere omstandigheden. Daarbij gold geen maximum. De transitievergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per heel dienstjaar vanaf de eerste werkdag. De vergoeding is in 2022 maximaal € 86.000 en maximaal een jaarsalaris voor werknemers die meer dan dit bedrag per jaar verdienen. 
3. Geen gerechtelijke vrijheid - Eerder kon de kantonrechter rekening houden met het functioneren van de werknemer en een correctiefactor toepassen. Nu ligt de formule voor de transitievergoeding wettelijk vast.

De besteding van de transitievergoeding is vrij; deze kan gebruikt worden voor omscholing of outplacement, maar ook voor privé-uitgaven.