Wat is de rol van de vakbonden bij een sociaal plan?
De vakbonden hebben een belangrijke rol bij het opstellen van een sociaal plan. De vakbonden vertegenwoordigen de werknemers en streven naar een zo goed mogelijke uitkomst voor de werknemers. Bij de meeste sociaal plannen zal de werkgever de vakbonden betrekken. Dit is zeker het geval als werknemers lid zijn van de vakbond. Reden is dat het sociaal plan dan meer kracht en binding heeft.
Als een sociaal plan zonder de vakbonden tot stand komt, zijn de werknemers en de kantonrechter hieraan niet gebonden. Dat kan discussie oproepen over welke werknemers moeten vertrekken ('waarom moet ik vertrekken en niet mijn collega'), over de hoogte van de vergoeding ('ik wil een hogere ontslagvergoeding'), etc. Een sociaal plan ondertekend door de werkgever, vakbonden en (in mindere mate) ondernemingsraad loopt dit risico niet. Het afsluiten van een sociaal plan met de representatieve vakbonden verdient dus de voorkeur.
De vakbonden zijn gepokt en gemazeld in het onderhandelen over een sociaal plan. Ze willen hun huid zo duur mogelijk verkopen. De tijd is in hun voordeel (en in het nadeel van de werkgever). De salarisbetaling loopt immers door. Een goed sociaal plan (voor de werknemer) biedt een hoge ontslagvergoeding en een lange zoektijd en kost dus veel geld.
Het resultaat is vaak branche-gerelateerd. Een 'welvarende' branche (banken, verzekeraars) hanteert een beter sociaal plan dan een 'minder welvarende' branche (horeca). Vaak lijken de sociaal plannen in een branche op elkaar. Omdat vakbonden bij de meeste sociaal plannen een actieve rol spelen, zijn ze als geen ander op de hoogte van wat gebruikelijk is. Dat versterkt hun onderhandelingspositie. Als het kader van de vakbonden het sociaal plan heeft uitonderhandeld, wordt het eindresultaat vaak voorgelegd aan de leden. Het sociaal plan geldt vrijwel altijd ook voor de niet-vakbondsleden.
Als een sociaal plan zonder de vakbonden tot stand komt, zijn de werknemers en de kantonrechter hieraan niet gebonden. Dat kan discussie oproepen over welke werknemers moeten vertrekken ('waarom moet ik vertrekken en niet mijn collega'), over de hoogte van de vergoeding ('ik wil een hogere ontslagvergoeding'), etc. Een sociaal plan ondertekend door de werkgever, vakbonden en (in mindere mate) ondernemingsraad loopt dit risico niet. Het afsluiten van een sociaal plan met de representatieve vakbonden verdient dus de voorkeur.
De vakbonden zijn gepokt en gemazeld in het onderhandelen over een sociaal plan. Ze willen hun huid zo duur mogelijk verkopen. De tijd is in hun voordeel (en in het nadeel van de werkgever). De salarisbetaling loopt immers door. Een goed sociaal plan (voor de werknemer) biedt een hoge ontslagvergoeding en een lange zoektijd en kost dus veel geld.
Het resultaat is vaak branche-gerelateerd. Een 'welvarende' branche (banken, verzekeraars) hanteert een beter sociaal plan dan een 'minder welvarende' branche (horeca). Vaak lijken de sociaal plannen in een branche op elkaar. Omdat vakbonden bij de meeste sociaal plannen een actieve rol spelen, zijn ze als geen ander op de hoogte van wat gebruikelijk is. Dat versterkt hun onderhandelingspositie. Als het kader van de vakbonden het sociaal plan heeft uitonderhandeld, wordt het eindresultaat vaak voorgelegd aan de leden. Het sociaal plan geldt vrijwel altijd ook voor de niet-vakbondsleden.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 143 vragen en antwoorden over Ontslagvergoedingen.